Ga naar hoofdinhoud
Thema spelling
Klas 1-3

Spelling

Hoe zit het ook alweer met werkwoorden, interpunctie, stijlfiguren en veelgemaakte fouten in het Nederlands? Hier vind je al onze video's over spelling per categorie.

Grammatica

  1. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wat is ’t kofschip?

    Clipphanger

    Wat is ’t kofschip?
    1:30
  2. Groep 6-8
    Klas 1-3

    Wanneer eindigt een werkwoord op d, t of dt?

    Clipphanger

    Wanneer eindigt een werkwoord op d, t of dt?
    1:12
  3. Klas 1-6

    Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden?

    Clipphanger

    Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden?
    1:23
  4. Klas 1-6

    Waarom schrijf je ‘gerecycled’ in plaats van ‘gerecyceld’?

    dt met JP

    Waarom schrijf je ‘gerecycled’ in plaats van ‘gerecyceld’?
    1:45
  5. Klas 1-6

    Waarom moet je iets van grammatica weten?

    Zonder grammatica kun je geen taal leren

    Zonder grammatica kun je geen taal leren
    4:26
  6. Klas 1-6

    Soorten werkwoorden

    Hoofdwerkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden

    Hoofdwerkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden
    4:23
  7. Klas 1-6

    Werkwoordspelling in twee minuten

    Alle regels in het kort

    Alle regels in het kort
    1:53
  8. Klas 1-6

    Hoe maak je het meervoud van Latijnse woorden?

    dt met JP

    Hoe maak je het meervoud van Latijnse woorden?
    2:27
  9. Klas 1-6

    Is het ‘u hebt’ of ‘u heeft’?

    dt met JP

    Is het ‘u hebt’ of ‘u heeft’?
    1:53
  10. Klas 1-6

    Hoe maak je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord?

    dt met JP

    Hoe maak je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord?
    2:02
  11. Klas 1-6

    Wat is het xtc-koffieshopje?

    dt met JP

    Wat is het xtc-koffieshopje?
    2:23
  12. Klas 1-6

    Gebeurt of gebeurd

    Wanneer schrijf je een d en wanneer een t?

    Wanneer schrijf je een d en wanneer een t?
    4:53

Test je kennis

  1. Klas 1-6

    D, t of dt?

    Quiz over of een werkwoord eindigt op d, t of dt

    Quiz
  2. Klas 1-6

    Wat weet jij over Engelse werkwoorden?

    Quiz over de stam+t-regel

    Quiz Engelse werkwoorden
    Quiz
  3. Klas 1-6

    Wat weet jij over ’t Kofschip?

    Quiz over ’t kofschip

    Quiz

Interpunctie

  1. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wanneer is een spatie fout?

    Clipphanger

    Wanneer is een spatie fout?
    1:26
  2. Klas 1-6

    Wanneer schrijf je een trema?

    dt met JP

    Wanneer schrijf je een trema?
    1:14
  3. Klas 1-6

    Wanneer gebruik je een apostrof?

    dt met JP

    Wanneer gebruik je een apostrof?
    1:23
  4. Klas 1-6

    Waarom schrijf je yogaën met een trema?

    dt met JP

    Waarom schrijf je yogaën met een trema?
    1:25
  5. Klas 1-6

    Wanneer schrijf je afkortingen met een streepje?

    dt met JP

    Wanneer schrijf je afkortingen met een streepje?
    1:47

Test je kennis

  1. Klas 1-6

    Wat weet jij over spatiefouten?

    Quiz over het herkennen van spatiefouten

    Quiz

Kijktips

Programma's over taal

Samenstellingen

  1. Klas 1-6

    Samenstellingen met Franse woorden

    dt met JP

    Samenstellingen met Franse woorden
    2:23
  2. Klas 1-6

    Wanneer schrijf je een tussen-s?

    dt met JP

    Wanneer schrijf je een tussen-s?
    1:28
  3. Klas 1-6

    Wanneer schrijf je een tussen-n?

    Clipphanger

    Wanneer schrijf je een tussen-n?
    1:28
  4. Klas 1-6

    Ertussenuit en op vakantie

    dt met JP

    Ertussenuit en op vakantie
    1:18

Test je kennis

  1. Klas 1-6

    Wat weet jij over de tussen-n?

    Quiz over samenstellingen in het Nederlands

    Quiz

Stijlfiguren

  1. Groep 6-8
    Klas 1-3

    Wat is een metafoor?

    Clipphanger

    Wat is een metafoor?
    1:27
  2. Groep 6-8
    Klas 1-3

    Wat is een onomatopee?

    Clipphanger

    Clipphanger
    1:28
  3. Klas 1-6

    Wat is het verschil tussen een tautologie en een pleonasme?

    Clipphanger

    Wat is het verschil tussen een tautologie en een pleonasme?
    1:26
  4. Klas 1-6

    Dubbelop: twee keer hetzelfde zeggen

    Tautologie, pleonasme en meer formuleerfouten

    Tautologie, pleonasme en meer formuleerfouten
    6:09
  5. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wat is ironie?

    Clipphanger

    Illustratie van meisje naast brandweerkazerne die afbrandt.
    1:21

Test je kennis

  1. Klas 1-6

    Tautologie of pleonasme?

    Quiz over het herkennen van een tautologie en een pleonasme

    Quiz

Veelgemaakte fouten

  1. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wat is het verschil tussen me en mijn?

    Clipphanger

    Wat is het verschil tussen me en mijn?
    1:06
  2. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wanneer gebruik je dan en als?

    Clipphanger

    Wanneer gebruik je dan en als?
    1:18
  3. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wanneer gebruik je hen en hun?

    Clipphanger

    Wanneer gebruik je hen en hun?
    1:20
  4. Klas 1-6

    Wat is het verschil tussen 'opzoek' en 'op zoek'?

    Clipphanger

    Wat is het verschil tussen 'opzoek' en 'op zoek'?
    1:06
  5. Groep 6-8
    Klas 1-3

    Wanneer schrijf je jou en jouw?

    Clipphanger

    Wanneer schrijf je jou en jouw?
    1:11
  6. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wat is het verschil tussen is en eens?

    Clipphanger

    Wat is het verschil tussen is en eens?
    1:24
  7. Klas 1-6

    Wat is het verschil tussen na en naar?

    Clipphanger

    Wat is het verschil tussen na en naar?
    1:30
  8. Klas 1-6

    ‘Hun hebben me broer gekusd’

    Het verschil tussen onderwerp en bezittelijk voornaamwoord

    Het verschil tussen onderwerp en bezittelijk voornaamwoord
    2:30
  9. Klas 1-3
    Groep 6-8

    Wat is het verschil tussen kennen en kunnen?

    Clipphanger

    Wat is het verschil tussen kennen en kunnen?
    1:19

Test je kennis

  1. Klas 1-6

    Jou of jouw?

    Quiz over wanneer je jou of jouw schrijft

    Man zit op fiets en kijkt naar een wegwijzer waar jou en jouw op staat
    Quiz
  2. Klas 1-6

    Is of eens?

    Quiz over het verschil tussen is en eens

    Quiz
  3. Klas 1-6

    Hen, hun of zij?

    Quiz over wanneer je hen, hun of zij gebruikt

    Quiz hen hun
    Quiz
  4. Klas 1-6

    Na of naar?

    Quiz over het verschil tussen na en naar

    Quiz
  5. Klas 1-6

    D, t of dt?

    Quiz over of een werkwoord eindigt op d, t of dt

    Quiz
  6. Klas 1-6

    Dan of als?

    Quiz over het gebruik van dan en als

    Quiz
  7. Klas 1-6

    Me of mijn?

    Quiz over het verschil tussen me en mijn

    Quiz
  8. Klas 1-6

    Enige of enigste?

    Quiz over het verschil tussen enige en enigste

    Quiz
  9. Klas 1-6

    Kennen of kunnen?

    Quiz over het verschil tussen kennen en kunnen

    Quiz