‘Schrijven is schrappen’ hoor je wel eens. Dat komt er op neer dat je je teksten zo eenvoudig mogelijk houdt, zodat je stommiteiten voorkomt.
Dat geldt zeker voor het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Een hele mond vol voor iets simpels wat we ontzettend vaak gebruiken. Een paar voorbeelden,
ik geef de goede en de foute vorm.
De beklede stoeltjes
en
Het ontblote bovenlijf
Die goede en de foute vorm klinken precies hetzelfde, je spellingchecker keurt de vormen al snel goed, dus moet je echt weten wat je doet.
Ik help je een eindje op weg, maar let op, we gaan rigoureus aan de slag, want, schrijven is schrappen.
Terug naar de beklede stoeltjes. Beklede is een voltooid deelwoord van het werkwoord bekleden. Dat voltooid deelwoord is gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, want het zegt iets over de stoeltjes. Maar de vraag is: hoe spel je dat woord correct? Dit is het stappenplan:
Maak het voltooid deelwoord: de stoel is bekleed
zet een -e achter dat voltooid deelwoord: bekleede
Maak het woord zo klein mogelijk: schrap! Bekleede wordt beklede.
En dan ben je klaar: de beklede stoel is de juiste spelling.
Ik hoor je nu denken: dat ziet er niet uit! je hebt gelijk, het ziet er niet uit maar het is wel goed!
Ik gooi het bovenlijf ook even door de schrapmolen:
Maak het voltooid deelwoord: het bovenlijf is ontbloot
Zet een -e achter dat voltooid deelwoord: ontbloote
Maak het woord zo klein mogelijk: schrap! Ontbloote wordt ontblote.
Het ziet er weer niet uit, dan heb ik het natuurlijk alleen over het woord hè, met het lijf is alles prima in orde.
Nee, even alle gekheid op een stokje, het lijkt me duidelijk: wie schrijft en wie snapt: die schrapt!