Thomas van Luyn vroeg zich dit laatst af:
Het meervoud van woorden die uit het Latijn komen dus.
Soms is dat heel eenvoudig, dan pak je gewoon waar je zin in hebt, het Latijnse of Nederlandse meervoud.
Centrum wordt dus centra of centrums en museum musea of museums. Let wel even op dat je geen centra’s en musea’s gebruikt, want dan maak je een dubbel meervoud en da’s een beetje teveel van het goede.
Let op: bij ‘medium’ leveren de meervouden verschillende betekenissen op: media zijn volgens sommigen leugenachtige nieuwsbronnen en mediums zijn paranormaal begaafden. Meestal ook leugenachtig trouwens.
Met het door elkaar gebruiken van datums en data heb ik altijd een beetje moeite: ik zie ‘datums’ het liefst als meerdere datums op de kalender en ‘data’ als gegevens.
Bij ‘criterium’ kan je ook niet zomaar voor de Nederlandse en Latijnse route kiezen. Het Latijnse meervoud betekent ’kenmerken of normen’ en het Nederlandse ‘wielerwedstrijden’.
Soms is alles compleet omgekeerd en kun je alléén het Nederlandse meervoud gebruiken, zoals bij albums en geraniums. Bij weer andere woorden wint het Latijn: het meervoud van, ai … lastig woord, antibioticum is alleen antibiotica.
In casu van casus is het oppassen geblazen: daar kun je kiezen voor het makkelijke Nederlandse ‘casussen’ of voor het veel pittiger Latijnse meervoud ‘casus’, je ziet het goed, dat ziet er precies hetzelfde uit als het enkelvoud.
Op het werk zou ik altijd kiezen voor collega’s en niet voor collegae. Geloof niets van dit vrolijke samenwerkplaatje, Samenwerken is ontzettend lastig, kiezen voor de ultraformele Latijnse meervoudsvorm maakt de zaken daarom alleen nog maar moeilijker.
Maar even terugkomend op:
Fjoe, goddank is daar het antwoord simpel, Thomas. het meervoud van dit Latijnse woord gevormd naar het begin van de introïtus voor de mis voor de overledenen: Requiem aeternam dona eis, Domine [oftewel geef hun de eeuwige rust, Heer], waarin requiem, 4e naamval van requies [rust] is, is gewoon requiems.
Tot ziens!