Mensen die Nederlands leren zijn steevast erg gecharmeerd van een aantal opvallende woorden in onze taal. Wat te denken van het heerlijke ‘lekkerbek’, het grappige ‘zebrapad’ en het woord dat klinkt zoals de betekenis luidt: ‘smeuïg’.
Met ‘smeuïg’ is iets aan de hand, er staat een trema boven de i. Niets bijzonders misschien, maar waarom staat er dan geen trema boven ‘buiig’?
Dat zit zo: de woorden hebben allebei het achtervoegsel -ig. Maar in smeuïg botst dat achtervoegsel met de u in smeu. Zónder trema zou je kunnen denken dat je sme - uig moet lezen. In buiig heb je daar geen last van want een klank met twee i’s achter elkaar bestaat niet in het Nederlands.
Dit verschijnsel heet klinkerbotsing en wanneer die botsing voorkomt, schiet het trema te hulp. Kijk maar: zonder trema zouden we knie-een zeggen of heroi-ek of beinvloeden. Hulde daarom aan het trema: de redder des Nederlands!