Groep 1/2

De bekendste straat van Nederland! Steeds beleven Pino, Ieniemienie, Purk en Tommie nieuwe avonturen.

Sesamstraat

Bekijk ook

Extra's

Schooltv biedt meer dan video's! Ontdek onze extra inhoud:

Ontvang jij de nieuwsbrief al? Blijf op de hoogte door je aan te melden en ontvang elke maand een nieuwsbrief naar keuze in je inbox!

Oh, oh, dat wordt wat zeg. Kijk eens. Kijk eens hier. Ik weet wel hoe dit verhaal heet. Ja, hoe heet het dan? Aadje Piraatje. Dat weet je al? En ik heb er het boek van. Oh. En ik heb het op TV gezien. Oh. Ja, en jij zong het. Ja, nou, moet je kijken: ik hoef het eigenlijk niet eens te vertellen. En ik heb een CD en dan ga jij een liedje zingen. Ja, dat is waar. Aadje Piraatje. Aadje Piraatje kon nog niet zwemmen. Dus gooide zijn vader een werphengel uit. Aadje Piraatje hing aan het haakje. En vader Piraat riep luid “intrekken, wijd en sluit, en een rondje met je armen, dan spuit je vooruit!”. Alle piraten stonden te kijken. Jan zonder Hand deed de armen mooi voor. Kijk hier, daar heb je hem, hij heeft maar één hand, de andere een haak. En Joop Houten Poot demonstreerde de beenslag en iedereen riep in koor: “intrekken, wijd en sluit, en een rondje met je armen, dan spuit je vooruit!”. Plotseling stak er een vin uit het water. “Haaien, kijk uit!”, schreeuwde Goof Zonder Oog. Eén grote haai rook aan Aadje zijn tenen. En Aadje, die piepte heel hoog “intrekken, wijd en sluit, en een rondje met mijn armen, dan spuit ik vooruit!”. Aadje vloog door het water. En geen haai, die hield hem bij. Hij kreeg meteen Diploma A. En iedereen was blij. En ’s avonds was het feest aan boord, met rum en ossenworst. En alle piraten zongen de hele nacht uit volle borst “intrekken, wijd en sluit, en wat haaien bij je billen, dan spuit je vooruit!”. Hahahaha. Wat een goed verhaal! Blaas jij maar uit. Heel goed en zeg maar dag! Dag! Dag.

Aadje Piraatje krijgt zwemles

Meneer Aart leest een verhaal voor over een piraat die zwemles krijgt.

Voorleesverhaaltje uit Sesamstraat

Help! Help, mijn Ridder Tommie. Wat is dit voor een lawaai?! Help! Help! Kattaplof, kattaplof, kattaplof, kattaplof, ga eens effe opzij! Ja. Wat is dit voor een taal: “ga eens effe opzij!”? Hè, ja, nee, maar ik ben Ridder Tommie en ik kom Ienie.., Jonkvrouw Ieniemienie redden. Ja, maar de ridders, die spreken toch niet van “ga eens effe opzij!”? Hè? Nee, ridders spreken een deftige taal als in een gedicht. Als in een gedicht? Ja. Een ridder zou zeggen: “gegroet, meneer Aart”. Ja, wow. “Ik kom hier op mijn paard, met mijn…”... Tommie! Kom je me nou nog redden? Ja, ja, ja, ja, ik kom zo, ik kom zo! Ik zit hier middenin een gedicht hoor! Ja. Ja. Ja, ik ben met hele belangrijke dingen bezig. Ja. Kom ik hier op mijn paard, met mijn glanzend nieuwe zwaard. Wow! Ja. Wow. Hè, hè, ik wil ook een gedicht met mijn naam. Oh? Ja, daar gaat ie: Zeer geridderd Tommie. Tommie! Ja, nee, krommie, bommie. Ja, ja, ja, Ienie, Ienie, maar mijn gedicht is nog niet af. Aart, een beetje sneller dichten. Ja. Zie ik daar Ridder Tommie, eh krommie, eh bommie. Ja, maar wat rijmt er nou op Tommie? Ja, stommie en dommie. Eh… Ja, dat zijn geen mooie woorden. Nee, geen mooie woorden nee. Nee. Nee. Nee. Niet als meneer Aart, ik kom op mijn paard. Met mijn glanzend nieuwe zwaard. Ja, ja. Nee. Tommie, eh… Eh… Tommie, brommie. Ja, dat zijn toch geen echte woorden? Nee, nee, nee. Tom! Wah, Tom, ja! Dat is stoer Aart. Ja. Tom, wacht eens eventjes! Ja. Zie ik daar Ridder Tom? Ja? Die zegt “Ienie, ik kom!”. Dat rijmt! Hahaha. Jeee. Kattaplof, kattaplof, kattaplof, kattaplof. Haha, kattaplof, kattaplof, kattaplof.

Ridderrijm

Ridder Tommie heeft haast want hij moet prinses Ieniemienie redden. Maar Meneer Aart vindt dat Tommie eerst deftig moet praten als een echte ridder. Ze bedenken samen een rijm.

Stukje uit Sesamstraat

Pino, gooi maar. Komt ie! Tommie wat doe je nou? Nou ligt ie in de tuin bij Buurman Baasje! Oei, oei, oei. Ja, ja. Ja, ja. Het is weer zo ver. Hoe vaak heb ik het nou al niet gezegd? Nou? Wat heb ik gezegd? Wat zeg ik altijd? Geen gebal in de straat! Hè, altijd hetzelfde. Straks maakt die bal al mijn bloemen kapot en dan ben ik weer het haasje. U bent toch helemaal geen haasje. Dus, wie niet horen wil die moet maar voelen. Dan moet je het zelf maar weten. Waar heb ik mijn zakmes? Nee! Maar! Dat is mijn mooiste bal! Ja en nou is het mijn bal. Sien, Buurman Baasje gaat Tommie z’n bal kapot maken! Sieeeeen! Sieeeeen! O da’s gemeen! Het is mijn bal! Ho, ho, ho. Wat is er aan de hand. Brand of zoiets? Buurman Baasje gaat Tommie z’n bal lek snijden. Ja, echt waar. Tommie z’n bal lek snijden? Zeg Buurman Baasje bent u nou helemaal gek geworden? Ze gooien aldoor die bal in mijn tuin. Maar daarom gaat u die bal toch niet kapot maken? Ja maar die bal maakt al mijn bloemen kapot! Ik wist niet dat u zo gemeen kon zijn. Ik sta volledig in mijn recht mevrouw. Zo’n lieve, kleine, onschuldige bal. Wat denkt u wel wat de moeder daarvan zal vinden? Welke moeder? Ja, van die bal natuurlijk. Die moet natuurlijk heel erg huilen. Dat weet ik zeker. Een bal heeft toch ook gevoel. Hebt u dan echt geen hart Buurman Baasje? Misschien heeft die bal ook wel een broertje en een zusje. Nog erger. Dan kunnen ze nooit meer met elkaar spelen! Ja eh… ja kijk, als u het zo stelt. Dan gaat de hele familie huilen. Al die kleine ballenkindjes.  Ja maar ik heb toch helemaal niet gezegd dat ik het echt ga doen! O nee? Nee. Dus de bal blijft leven? Ja natuurlijk. Ik ga toch niet zomaar een bal dood maken. Krijgt Tommie dan zijn bal terug? Natuurlijk krijgt Tommie zijn bal terug. Maar als je met zo’n bal speelt dan moet je het een beetje voorzichtig doen. Je moet hem nooit te hard schoppen. Nee, je moet ook nooit hard gooien. En je moet altijd kijken waar je gooit. Dus je moet nooit zo… Oei, oei, oei. Één troost Buurman Baasje: het zijn niet uw bloemetjes.

Buurman Baasje wil bal kapotmaken

Pino en Tommie spelen met een bal. De bal komt terecht in de tuin van Buurman Baasje, die daar niet blij mee is.

En vangen, hè. Stuiter, stuiter, stuiter! En nog een keer! En nu ik! En nog een keer! Vangen! Hahaha! Ohhh… Wat? Kijk eens, slagroom. Wauw… Ohhh… Lekker voor op de aardbeien. Aardbeien met slagroom. Mmmmmmm!
Ik zou best nu al een beetje slagroom lusten. Jaaa slagroom. Mmmmm! Oooh! Mag niet Tommie. Ik doe toch niks. Je mag niet snoepen! Ik snoep toch niet! Nee dat doet ‘ie niet. Maar je wou wel! Nee echt niet, ik wil alleen maar even kijken hoeveel erin zit. Oooh dat ga ik zeggen! Je mag niet klikken! Tommie mag niet snoepen! Ik ga ook helemaal niet snoepen, ik wil er alleen maar eventjes aan rui-ken! Niet doen Tommie! Au! Ohhh.. Zeg, zeg, zeg, wat krijgen wij nou? Zitten jullie van de slagroom te snoepen? Jullie mogen geen slagroom pikken. We hebben niks gepikt! Wel waar! De hele bus hebben jullie leeggegeten. En ga nu weg, voordat ik echt kwaad word. Nou zeg, we gaan Lot roepen. Kom op. Lot! Het is toch onvoorstelbaar. Die jeugd van tegenwoordig. Maken ze zo’n hele bus leeg. Zou er nog wat inzitten eigenlijk? Oh. Nou dat smaakt eigenlijk nog wel lekker. Hoeveel zou er nog inzitten? Nou ja! Aart! Zie je wel Lot! Die slagroom die is voor op de aardbeien! Ohhh, Aart. Ik? Ik heb het niet opgegeten. Dat hebben zij gedaan. Ooooooooooh! Echt waar, ze hebben die hele bus leeggegeten. Ooooh. Nietwaar! En hoe kom je aan die slagroombaard? Dus Aart, ga jij je maar eens wassen. Ga je wassen, viezerik, hup. Dan gaan wij lekker aardbeien eten met slagroom. Lekker!

Snoepen van de slagroom

Tommie wil snoepen van de slagroom. Maar dat laten Ieniemienie en Tommie niet zomaar toe.

Tikke-takke, moete slape,
Apegape, kierewiet.

Tiere-liere, larikoeka,
Purke-wakka, wille niet!

Po-piama, hoepel-oppa,
Titataat.
Rikke-tikke, tikke-takke,
Sesasaat. 

Tikke-takke, moete slape,
Apegape, kierewiet.

Tiere-liere, larikoeka,
Purke-wakka, wille niet!

Po-piama, hoepel-oppa,
Titataat.
Rikke-tikke, tikke-takke,
Sesasaat. Sesasaat.
Sesasaat...

Slaapliedje

Liedje uit Sesamstraat

Zin zin zin, om te zoenen
Zin zin zin..mwoah!
Zin zin zin, om te zoenen, mwoah!

toen ik vanmorgen de zon zag
voelde ik de kriebels al meteen,oh!
ik heb zin om te zoenen
ik heb een kus voor iedereen

ik zoen m’n vader en m’n moeder
m’n zus, de poezen en de hond
ik blaas kusjes naar de juf
en naar een rupsje op de grond

Zin zin zin, om te zoenen
Zin zin zin, mwoah!
Zin zin zin, om te zoenen
Mwoah! Mwoah!

bij ieder kusje dat ik geef
maak ik – mmmwoah – lekker veel geluid 
ik heb zoveel dikke zoenen
en die móeten er nu uit

ik heb ook nog een zoen voor jou
ik heb er nog honderd of wel meer
en als je nou heel lief bent
zoen ik jou wel duizend keer

zin zin zin om te zoenen
zin zin zin.. mwoah
zin zin zin om te zoenen
mwoah mwoah

zin zin zin om te zoenen
zin zin zin.. mwoah
zin zin zin om te zoenen, zin!

al geef ik miljoenen zoenen
denk maar niet dat ik ooit stop
da’s het mooie van m’n zoenen
al die zoenen zijn nooit op, nee!

zin zin zin, om te zoenen
zin zin zin, he ho!
Zin zin zin om te zoenen, zin!
Mwoah mwoah!

Zin om te zoenen

Toen ik vanmorgen de zon zag, voelde ik de kriebels al meteen. Ik heb zin om te zoenen, ik heb een kus voor iedereen!

Hé Arjan! Nee Tommie, nee echt niet. Ik begrijp best dat jij wilt dat iedereen de hele dag met jou badmintont, maar dat kan nu eenmaal niet! Dus je hoeft het ook niet meer te vragen! Nou moe. En bovendien heb je mij al twintig keer beloofd dat je deze rommel zou opruimen! Dus daar kan je misschien nu al mee beginnen. Nou zeg. Hé, Tommie! Nou ja zeg. Hé die Arjan, ben jij een beetje boos ofzo? Ach, Tommie vroeg of ik wilde badmintonnen… O! Nee zeg, hoor. …En als ik luid en duidelijk aan hem vraag om z’n rommel op te ruimen loopt-ie weg. O ja, dat is heel ergerlijk. Maar mag ik jou een tip geven? Je moet zangerig praten. Ja? Jr moet zangerig praten. Pardon? Ja, zangerig praten. Als jij iets van Tommie gedaan wil hebben, dan moet je zangerig praten. Daar schijnen die kinderen heel gevoelig voor te zijn. Ik geloof dat ik niet helemaal begrijp wat je bedoelt. Geeft niets, ik ga het proberen. Waar is-ie? O, daar. Ik ga ‘m roepen, moet je opletten. Lieve Tommie kom eens hier, kom eens hier… Lieve Tommie, kom eens hier. Hij is er al. Hé Tom, luister je even heel goed? Ga je heel goed naar me luisteren? Komt-ie. Zie je al die spullen hier, emmer, schepjes en papier. Raap het allemaal bij elkaar, Dat is helemaal niet raar. Ruim het op, zoals het moet. Komt het allemaal toch nog goed… Ongelofelijk Lot, kijk! Ja toch! Dat is ontzettend goed! Dit heb ik ooit van een peuterjuf geleerd. Feitelijk kun je kinderen álles laten doen, als je maar zingend tegen ze praat. Lieve lot, lieve Lot, wil jij met mij badmintonnen? Ja hoor, geen probleem, tuurlijk! Nou ja zeg! Het werkt zelfs bij volwassenen! Ohh… Nou komaan, waar gaan we heen?

Zingend praten

Tommie wil met Arjan badmintonnen, maar Arjan wil dat hij zijn rommel opruimt. Maar Tommie luistert niet. Lot denkt dat Tommie wel wil luisteren als je zingend tegen hem praat.

Mijn konijn zat bij de voordeur,
bovenop de enveloppen
Die de postmeneer hier elke dag
weer in de bus komt stoppen
Mijn konijn zat zielig bij de mat
Want hij had alweer geen post gehad

Er was wel een brief voor mama, van
een stuk of zeven kantjes
En mijn papa had een pakje en wat
tijdschriften en krantjes
En voor mij was er een lachend
paard
Van mijn oma, op een ansichtkaart

Maar mijn konijn had niks, hij
krijgt nooit ‘s wat
Nooit een kaartje of een
stripverhaaltjesblad
Nooit een tekening, zelfs geen
rekening
Maar dat gaat veranderen dus
Daarom ga ik nu naar de brievenbus

Mama heeft me helpen schrijven,
want dat lukt niet in m’n eentje
In dit mooie envelopje zit een
kaartje en een peentje
Morgenvroeg krijgt mijn konijn een
brief
Er staat in: konijn, wat ben je 
lief.

Post voor konijn

Tommie vindt het zielig dat zijn konijn nooit post krijgt. Daarom doet hij een kaartje op de post voor konijn.

Mooi hoor. Ja, hè? En allemaal hele mooie plaatjes, Pino? Hierin staat alles over honden! Heel erg leuk hoor. En krijg ik nu ook echt een hond? Of? Nu ik! Nu ik! Kijk eens. Cadeautje! Ik voel het al! Ik voel het al! Een hondenriem! Ik krijg een hond! Nee, Pino, dit is het aller-allerlangste springtouw van de wereld, kunnen we samen springen! Dank je Ienie, maar ik wil nu al zooo lang een hond... Ja maar Pino, luister nou toch. Honden moet je uitlaten, je moet ze eten geven, je moet die kriebelende haartjes weghalen, daar ben je nog veel te klein voor. Maar... raad eens wat ik hier heb? Een hond? Zullen we eens kijken? Kijk eens wie dit is? Dit is Blaffie, wrrraf wrrraf. Haha, hij is grappig Arjan. En schattig. Maar hij is niet echt! Maar hij kan net zoveel als een echte hond hoor. Misschien nog wel meer! Blaffen, hijgen, grommen. Hoor maar... En wat kan ‘ie dan nog meer? Moet jij eens opletten. Dat is wel erg grappig. Maar Blaffie, kan je ook kopjes geven en pootjes? Dat is wel heel erg grappig zeg. Wil je spelen? Pino niet zo hard! Kom! Hier! En we gaan weer!

Pino wil een hond

Pino is jarig en hoopt heel erg dat hij een hond voor zijn verjaardag krijgt. Gelukkig heeft Arjan een alternatief.

Hé, hé hallo. Zitten jullie nou nog televisie te kijken? Jongens het is tijd om weer eens wat anders doen. Ja maar, de televisie is net zo leuk! En we weten niet wat we moeten doen. En het regent buiten. En jullie hebben heel veel speelgoed. O, trouwens, jullie kunnen ook gewoon een spelletje doen. Nee hè, Lot, we hebben geen zin in een spelletje. Nee hè? Kom eens even hier, waar is dat ding? Hoe dan ook, hopsa. Nee! Nou hoor, Lot! Visie! Wat flauw. Jammer, het was net zo leuk. Wat moeten we nou doen? Wacht effe, ik weet wat. Zal ik op-tre-den? En dat jullie dan heel hard klappen en zo? Ja, dat is leuk! Maar, wat is dat? O, dan gaat Tommie zingen en zo en dan gaan wij roepen yeeeahh! Dan ga ik daar staan en dan ga ik dansen op de muziek. En jullie gaan dan juichen en klappen. Ja leuk! Oké! Yeah! Jeeej, Tommie! Hihi! One, two, three, four, en one… Bakitatitingtong! Yeah! Zitten jullie nou toch tv te kijken? Wat had ik nou gezegd? Nee, we kijken naar Tommie. Leuk joh. Ja, Tommie is op televisie. Dat vind ik ook leuk! Hier, mag ik er ook tussen? Yeah! Wauw! Die is gaaf! Mooi. Hoera!

Televisie spelen

Tommie, Ieniemienie, Pino en Purk mogen geen televisie kijken van Lot. Ze moeten dus wat anders verzinnen om te doen.

Wie loopt er in mijn optocht mee?
Wie doet er mee met mij?
Dan lopen we gezellig
In een hele lange rij
Hé Ieniemienie doe je mee? 
Kom, sluit maar achteraan!
Ach Pino, ik heb net beloofd
Naar Peetje toe te gaan…
Hé Tommie! Tommie! Jij toch wel?
Jij loopt toch met me mee?
Ik zit zo fijn te kleuren Pino
Sorry, maar eh…nee.
Nou ja zeg! 
Wie loopt er in mijn optocht mee?
Wie doet er mee met mij?
Dan lopen we gezellig
In een hele lange rij
Hoi Aart ! Kom in mijn optocht Aart!
Je hebt het zo geleerd.
Nee, Pinjo, ‘k heb met tennissen
Mijn enkel geblesseerd.
Dag Buurman Baasje! Loopt u mee? 
Daar wordt u vrolijk van!
Met jouw geschreeuw en feestgedruis?
Ik was het niet van plan!
Nou moe! 
Wil niemand met mijn optocht mee?
Nou, het hoeft ook niet per se
Ik loop wel in mijn eentje
In mijn eigen optocht mee! 
Hup Pino! 
Lalalalalalala
Lalalalalala
Lalalalalalala
Lalalalalalala 
Hee!
Lekker puh!

De optocht van Pino

Pino wil een optocht, maar het is moeilijk om iemand te vinden die met hem mee wil doen.

In mijn brandweerpyjama 
Mijn brandweerpyjama 
Lig ik in mijn bed en wacht 
En ik luister of ik ergens in de verte 
Sirenes hoor vannacht 
Zonder dat ik slaap lig ik te dromen: 
Zouden ze komen? 
Straks stopt er een wagen 
Onder mijn raam 
Een ladder schuift uit 
En ze roepen mijn naam 
‘Tommie, ga je mee 
Pak je helm van je kussen 
We hebben je nodig 
Om branden te blussen!’ 
In mijn brandweerpyjama 
Mijn brandweerpyjama 
Mag ik met ze mee op pad 
Met de lange rode ladderwagen 
Naar de grote brand toe in de stad 
Dapper klim ik op die trap naar boven 
Om het vuur te doven 
En als het gelukt is 
Uit met de brand 
Krijg ik een medaille En er staat in de krant: 
‘Tommie voorkomt  
Een verschrikkelijk drama 
De held van de stad 
In z’n brandweerpyjama’ 
In mijn brandweerpyjama 
Mijn brandweerpyjama 
Word ik weer naar bed gebracht 
En de brandweermannen fluisteren Als de ladderwagen wegrijdt in de nacht: 
‘Bedankt, dat jij alle vlammen bluste… 
Welterusten!

Brandweerpyjama

Tommie hoopt dat hij in zijn brandweerpyjama mee mag om branden te blussen.

De minister zet een streep door de NTR en daarmee ook door Schooltv.          
Laat Schooltv niet verdwijnen. 

Strooigoed en pepernoten

Schrijf je in de voor de maandelijkse nieuwsbrief voor het laatste Schooltv PO-nieuws

Nieuwsbrief PO

Blijf op de hoogte van het laatste Schooltv-nieuws voor VO.

Nieuwsbrief VO

Contact

Schooltv Help

Veelgestelde vragen

Schooltv maakt educatieve content voor het onderwijs, bestaande uit video's en interactief materiaal. Altijd bij de les!

Over Schooltv

Over Schooltv.nl

Schooltv.nl is een videodatabase, gevuld met educatieve en informatieve videoclips, filmpjes, fragmenten, liedjes, animaties, lesvideo’s afleveringen, TV-programma’s, televisieseries, videoverzamelingen en afspeellijsten.

Sesamstraat

Type videos