Op 10 mei 1596 vertrokken Willem Barentsz, Heemskerk, Rijp en hun mannen met twee schepen. Op zoek naar een nieuwe zeeweg naar het Verre Oosten, via de noordpool. De schepen trokken eerst naar Noorwegen en vandaar zeilden ze direct naar het Noorden. Het ijs werd steeds dichter. Rijp vond dat verder varen echt niet kon. Straks zouden de schepen vast komen te zitten! Maar Willem Barentsz wilde doorgaan. Bij Spitsbergen besloten de twee schepen uiteen te gaan. Het schip van Willem Barentsz ging alleen verder.
Maar het schip raakte steeds vaster in het ijs. Bij het eiland Nova Zembla konden ze niet meer verder. En de winter kwam. Ze moesten wel op Nova Zembla blijven tot de winter voorbij was. Op Nova Zembla zijn de winters altijd ijskoud.
Ze besloten een hut te bouwen tegen de kou. Ze gebruikten aangespoelde bomen en planken van het schip. De hut noemden ze Het Behouden Huys.
Eind oktober was het zo koud dat ze de hut niet meer uit kwamen.
De zestien mannen hebben meer dan een half jaar in een ruimte, niet groter dan een schoollokaal, met elkaar doorgebracht.
En ze probeerden zichzelf te vermaken, door het zingen van liedjes en het spelen van spelletjes. De tijd werd bijgehouden door de zandloper die de uren aangaf. Maar wat duurden de dagen lang.
Het was al juni, maar nog steeds ijzig koud.
En de mannen wilden vertrekken. Niet met hun eigen schip, want die was gebruikt voor de bouw van het huis. Maar met de open reddingsbootjes. Zo probeerden de mannen Nova Zembla te verlaten.
Ze waren verzwakt. Willem Barentsz stierf, en nog drie mannen.
Eind juli kwamen ze Russische vissersboten tegen. Die hielpen hen verder. Het avontuur was voorbij.
In oktober waren ze weer terug in Amsterdam. Daar waren ze blij, omdat de mannen nog leefden maar ook teleurgesteld. De expeditie van Willem Barentsz was mislukt; de zeeroute naar het oosten was niet gevonden.