Deze terp achter mij die ligt er al vanaf de vroege middeleeuwen, want dan wordt het IJsselmeergebied weer bewoond. En de mensen die vestigen zich vooral op de hoger gelegen gedeeltes, omdat de lager gelegen gedeeltes regelmatig overstromen. En als er geen natuurlijke heuvels zijn, dan bouwen ze dus dit soort terpen. Zo kunnen ze zelf, maar ook hun vee, droge voeten houden als het water stijgt en het omliggende land onder loopt. Het IJsselmeer is ondertussen van een zoetwatermeer het Lakens Flevo veranderd in een grotere binnenzee die Almare wordt genoemd. Namen die later worden gebruikt als de Flevopolder wordt drooggemaakt. De zee heeft een goede verbinding met de Noordzee en via deze waterweg ontstaat er een levendige handel. Niet alleen met de gebieden rond de Noordzee maar ook met het Oostzeegebied. Graan, wijn, zout, aardewerk en wapens zijn de belangrijkste handelswaar.
Maar er komen hier ook missionarissen uit Engeland naartoe die in Friesland hun eerste klooster stichten. Maar van die kloosters is weinig meer terug te vinden want na de reformatie in 1580 zijn die allemaal afgebroken. Ze hadden toen nog niet echt zo’n heel goed besef van cultureel erfgoed. Er komt ook bezoek uit Scandinavië. De Vikingen stichten zelfs kort een koninkrijk op Wieringen. En dat weten we omdat er belangrijke archeologische vondsten zijn gedaan die hier te zien zijn in het Vikingen-informatiecentrum. Met als hoogtepunt in1996 deze zilverschat met munten en sieraden.