Dit is de eikenprocessierups. Hij is lichtgrijs en over zijn rug loopt een donkergrijze streep. Daarbij heeft hij een oranje wratjes met behoorlijk lange haren. En hij heet de eikenprocessierups omdat hij ten eerste dol is op jonge eikenblaadjes en omdat ze in een hele grote groep tegelijkertijd keurig achter elkaar aan de boom in klimmen in processie zoals dat heet. Ze leven in nesten van zo'n driehonderd rupsen die als een soort zak van spinsel aan de tak of stam van een boom hangt. Waarom is die rups nou zo lastig? Als verdedigingsmiddel verspreidt die rups brandhaartjes. En niet alleen die grote haren die je nu gelijk op de rug kan zien, maar ook heel veel minuscule haartjes die je met het blote oog niet eens kunt zien. Eén zo'n rups kan wel 800 duizend van die haartjes verspreiden. En aan die haartjes zitten een soort van weerhaakjes, waardoor ze heel gemakkelijk aan je blijven kleven. En als zo'n hartje breekt, dan komt er een eiwit vrij waardoor je huid flink geïrriteerd kan raken. Je kan bijvoorbeeld rode vlekjes krijgen of kleine bultjes die wel een beetje lijken op muggenbulten. Als ze in je ogen komen, dan krijg je tranende ogen. Vandaar ook dit masker. En als je ze inademt, dan kunnen ook je slijmvliezen flink geïrriteerd raken. Maar waar komt die rups nou vandaan? Die rups is eigenlijk het larvestadium van de processie-vlinder. En dat is een hele onopvallende, grijzige vlinder die vooral 's nachts vliegt. Daarom zien we ook niet zo vaak. En als we die larven willen zien, dan moeten we even een tijdje sprongetje maken. Een paar maanden terug. Dit is het proefstation eikenprocessierups in meel, één van de plekken waar de eikenprocessierups op kleine schaal expres gekweekt wordt om te kijken hoe die zich gedraagt. Want dat is elk seizoen weer anders. Henry, jij onderzoekt die rupsen al een tijdje. Wat zien we hier? Nou wat we hier zien is in dit station dat ik eigenlijk verschillende soorten eiken heb staan. En op die eiken zitten de eikenprocessierupsen. En die volg ik hier op dit moment iedere dag. Even een stapje terug, want hoe begint het? Het begint met een ei-pakket. Dat ei-pakket is in die boom in augustus al aanwezig. Blijft de hele winter in die boom zitten. Zit boven in die bomen, die ei-pakketjes. En hier zie je bijvoorbeeld een ei-pakket. Kijk, zie je het daar? Dat zijn allemaal eitjes? Dat ze allemaal eitjes. Die zijn dus 6 april van dit jaar uitgekomen. Zijn ze nu al gevaarlijk? Nee, ze zijn nou nog niet gevaarlijk. Het is zo dat ze eigenlijk pas vanaf de derde keer dat ze verveld zijn, gevaarlijk worden. Dus dat vervellen moet je eigenlijk zo zien dat ie dus als heel klein insect uit het eitje komt en daar gaat ie zitten vreten. En wanneer hij eigenlijk te dik wordt, moet ie zijn jas uitdoen. Moet hij vervellen om te kunnen groeien. Als ze 3 keer de jas gewisseld hebben zie je dat ze brandharen krijgen. Maar als je nou goed naar dit insect kijkt, dan zie je dat ze haren hebben. Zie je die haren erop? Ja zeker. Maar dat zijn dus lichaamsharen. Dat zijn niet de haren waar jij en ik jeuk van krijgen, maar dat zijn hele kleine haartjes. Nou denk je misschien dat hier overlast van ontstaat voor ons. Nou, dat is dus nu helemaal niet. En wat doen jullie dan hier in deze kast? Wat ik in deze kast doe is eigenlijk op dit moment iedere dag dit insect volgen. Je kunt je voorstellen als je heel veel eiken hebt en dan ook veel problemen met eikenprocessierupsen, dan zal je daar iets mee moeten doen. En daar probeer ik vooral sturing aan te geven door te snappen hoe dit insect z'n eigen ontwikkelt. Nou lijkt het misschien een beetje overdreven dat wij hier nu met deze pakken aan rondwandelen, maar er staan hier heel veel eiken met volwassen rupsen. En we gaan een nest ook echt van heel dichtbij bekijken, dus voor de zekerheid wat beschermende kleding kan geen kwaad. Eigenlijk zie je ze hier al gelijk, maar waar herken jij dat allemaal aan, Henry? Dat je processierupsen in de bomen hebt. Nou we zien hier rupsen zitten die echt gewoon duidelijk op de stam zitten. Maar er zit veel meer in die boom. Dus als je naar boven kijkt dan zie je daar zie je de nesten zitten. Dat is ook een nest, dat witte? Ja dat nest met allerlei spinsel eromheen, dat is ook gewoon een nest met eikenprocessierups. Als we ze nou beroeren, als wij te dichtbij zouden komen, dan zie je ze ook bewegen, reageren daarop. En dan schieten ze eigenlijk die haartjes af en die komen op ons lijf. En daar ga je op reageren. Kijk, hier heb je voor eentje, die wijst de weg. Is altijd ietsje groter. Dus die loopt vooraan en iedereen volgt daarachter. Dus nu gaat hij naar beneden. Iedereen gaat achter de leider aan naar beneden. En nu zitten ze zich volop vol te vreten. Dat ze echt gezond zijn. En zometeen gaan ze verpoppen. Dan wordt het een soort van rood boontje eigenlijk. Dus ze hebben ook het formaat van een boontje. Ze zitten in hele dichte nesten. En daar komt daarmee in augustus het vlindertje uit.