Schelpen schelpen, overal schelpen, overal schelpen aan het strand
ik hou de schelpen in mijn hand
ribbelschelpen
mossels kokkels
schelpen met een kartelrand
wulken, messen, nonnetjes
alles spoelt de zee aan land
hier woonde eerst een weekdier in
maar nu liggen die mooie schelpen
als lege huisjes in het zand
schelpen schelpen
overal schelpen
glad of met een kartelrand
grijs en geel en wit en blauw
schelpen komen uit de zeeen wat doe ik?
Ik neem ze mee !
Ze zijn voor mij en ook voor jou !
Daar kunnen we? Poppenkast mee spelen!
Als krab: hallo allemaal, ik ben een krab en ik begin met dit schelpenverhaal
als klepschelp: nee, ik toch? Eerst ik zeg!
Krab: o nee, klepschelp, jij hebt pech! Eerst mag de mossel dus klepschelp ga weg
als klepschelp: janken
als mossel: ik ben een mossel ik ben paars en blauw mijn schelp heeft twee kleppen zo praat ik met jou
klepschelp: nou mag ik nou mag ik o, kijk eens naar mij
krab: ga toch opzij! Jij komt aan het eind hoor! Eerst stel ik de kwal voor
als klepschelp:janken
mossel: enig een kwal
als kwal: ik ben een kwal en ik zweef in de zee zie je mijn armpjes daar vang ik wat mee
klepschelp: nu ben ik! Nu ben ik! Ja, nu gaat het gebeuren!
Krab: weg klepschelp niet zeuren!
Als klepschelp (jammeren)
krab: heh, huh, wat komt daar nou aan. Help! Een zeepok! Een zeepok! Is dat nou een schelp?
Als kwal: huh?
Als mossel: huh?
Als zeepok: nee, ik ben een kreeftje ik kan het ook niet helpen je ziet me vaak zitten op palen en schelpen
krab/zeepok/kwal/mossel: nou klepschelp he, he de beurt is aan jou?klepschelp: o nee, o nee, ik doe niet meer mee
krab: nou ja!
Mossel: nou ja toch
krab: ach hou toch je klep! Ga maar terug naar de zee! Mossel/kwal/zeepok/krab: nou dag allemaal!! Dit was het einde van ons schelpenverhaal! Daag!