Mandarijntjes in blik. Lekker voor een feestelijk fruitontbijt of op je verjaardagstaart. Maar met de partjes is iets apart. Ze zijn brandschoon: helemaal zonder vliesje. Hoe flikt de conservenfabriek dat? Als je het zelf probeert zal je al snel merken: dat is nog niet makkelijk, of eigenlijk: onmogelijk. Terwijl die uit het blikje er piekfijn uitziet. Hoe doen ze dat? De meeste blikmandarijnen die we eten komen van ver. Uit Spanje of uit het land waar ze zelfs Mandarijn praten: China. In de mandarijnenpartjes uit blikfabrieken staat een legertje vrouwen mandarijnen te pellen. Elke 10 seconden een. 3000 per dag. En dan gaan ze met zijn allen in bad. Dit is alleen niet zomaar een bad. Het velletje zit zo vast dat het met mensenhanden of een machine met geen mogelijkheid los te krijgen is. De Enige manier is om ze onder te dompelen in een speciale vloeistof. Het bijtende goedje waar de mandarijntjes in liggen is natronloog. Iets wat je misschien beter kent als gootsteenontstopper. Natronloog is een zogenaamde base die het velletje van de mandarijn aanvalt en in minuscule stukjes uit elkaar laat vallen tot er niks meer overblijft. In hoge concentratie vreet ie dus ook te troep op die in je gootsteen is achtergebleven. Je kan het ook maar beter niet op je handen krijgen. Het brandt zelfs zo hard dat een berucht Mexicaans drugskartel het gebruikt om 300 lijken tot op de laatste vezel te laten verdwijnen. En in dat goedje liggen dus onze mandarijntjes. De 4 km die ze door een soort chemische glijbaan gaan is precies genoeg om het velletje op te lossen maar de rest van het mandarijnenpartje heel te houden. Om het agressieve bad te neutraliseren doen ze er daarna zoutzuur bij. En geloof het of niet, gooi die twee gevaarlijke dingen bij elkaar en je krijgt doodgewoon drinkbaar water. En lekkere mandarijnenpartjes, zonder velletjes.