Na de Tweede Wereldoorlog werd het Engels ontzettend populair in Nederland. Maar omdat we nogal eigenwijs zijn, overgoten we de nieuw geïmporteerde woorden met een Nederlands sausje.
Mijn grootmoeder bijvoorbeeld lapte de Engelse uitspraak aan haar laars en had het consequent over Bleu Band en Sunlicht-zeep.
Anderen maakten Taalvoutjes met het meervoud van Engelse woorden, één donut werd daarom een doos donutsen.
Weer anderen verslikten zich in vertalingen van ‘Mijn vader is de beste kok ooit’.
Maar als een woord eenmaal ingeburgerd is, moeten we er ook serieus mee aan de slag en onze Nederlandse grammaticaregels toepassen op de nieuwe woorden.
Zoals op het werkwoord ‘deleten’ dat sinds de jaren 80 ingeburgerd raakte. Ik delete, hij deletete we hebben gedeletet en als klap op de vuurpijl: het gedeletete bestand.
Ik zoom even in op dat bestand. Want hoe schrijf je gedeletete?
Het is eigenlijk heel eenvoudig maar houd je vast: er volgt visueel spektakel van -t’s en -e’s.
We moeten eerst het voltooid deelwoord maken:
gedeletet.
1. maak de stam van het werkwoord: delete
2. luister naar de laatste klank van die stam: dat is een -t.
En nu kom je bij de crux van dit werkwoord.
je hoort een -t, je schrijft -te.
Met die -te in je achterhoofd pas je ’t xtc-koffieshopje toe.
Bijvoorbeeld:
De stagiair heeft het bestand ge-delete-t,
precies zoals je ge-werk-t zou schrijven.
Het -te-feest krijgt nog een staartje met ‘gedeletete’ bestand, want dan plak je volgens de regel nog gewoon een -e achter het voltooid deelwoord.
Het gedeletete bestand dus.
Tot ziens!