1978 en 79, de aanloop tot de omwenteling in Iran. Hoe het bewind van de Sjah alle krediet verloor en de verbannen ayatollah Khomeini zelfs voor verwesterde Iraniërs de glans kreeg van een verlosser. Er speelde bij de Sjah die combinatie van ik wil zo graag zijn zoals in het Westen. Samen met ik ben een oosterse potentaat. 2500 jaar dynastie. Ik wil een groot wereldrijk weer vestigen, enzovoort. Die twee dingen die klopten niet. Die botsten elkaar. Al jaren voor het begin van de revolutie, dacht ik dat er iets mis was en dat er iets zou gebeuren. Ik kwam vlak nadat er een heel grote demonstratie was geweest. Die was neergeschoten door de troepen van de Sjah op het zogenaamde Jaleh-plein in Teheran. In de Iraanse geschiedenis staat het bekend als de Zwarte Vrijdag. Ik ging de oppositie onderzoeken. Ik wou weten wat is er toch aan de hand? Waarom zijn die mensen zo tegen de Sjah? En ze zeiden allemaal hetzelfde. Wij weigeren de vuilnisbak van het Westen te zijn. We krijgen die smerige Hollandse kaas, ellendige Deense meubelen, pornofilms uit Amerika. Weg ermee. Wij willen onszelf zijn. Wij zijn Iraniërs. In die tijd studeerden er duizenden Iraanse studenten in het buitenland. Meestal in de VS en Europa. Omdat ze in een westers land opgeleid waren voor zeven, acht jaar lang, in een democratische omgeving, wilden ze thuis ook democratie. Er was een algemeen gevoel van onvrede, woede. En daardoor werd iedereen meegesleept en dat heb ik al vaker in het Midden-Oosten meegemaakt. Dat op een gegeven ogenblik ontstaat er een gevoel, een algemeen gevoel van wij moeten meedoen. De revolutie, oh wat fijn. Ik moet u iets zeggen. Het hele proces werd van meet af aan geleid door één man. Hij volgde, regisseerde en coördineerde alles. Maar bovenal besliste hij over alles: Ayatollah Khomeiny. De Sjah had m in 1964 laten verbannen omdat ie van alle geestelijke de felste tegenstander was van de modernisering van Iran. Hij zat nu over de grens in Najaf, Irak. Hij was gevaarlijk als toonbeeld van zuiverheid in zijn verzet tegen de Sjah. In de herfst van 1978 begint De Sjah het gevaar te onderkennen. Hij vraagt Irak de ayatollah ook weer te verbannen naar een plek waar hij geen kwaad meer kan. En dat wordt Frankrijk. In een dorpje bij Parijs. Waar kan zo'n man nou ooit onschadelijker zijn? Ik dacht ik moet daarheen om te kijken wat is dat nou voor een man? Wat bezielt hem. Ik kwam pas in de winter daar. In de zomer had ie wel gezeten onder die appelbomen en geroepen dat Sjah een slechte kerel was en daarachter was een schuurtje en in dat schuurtje werden bandjes gemaakt voor de toespraken van Khomeini en die werden gestuurd dan naar Iran. Khomeini had ontdekt dat in een niet gealfabetiseerde islamitische wereld het geen zin heeft om teksten te schrijven. Wat gaat hij doen? Hij gaat op bandjes gewoon preekjes houden, politieke toespraken houden en dan geeft ie aan zijn vrienden en zij gaan dat dan verspreiden in de moskeeën en zodoende komt hij in direct contact met mensen. Met zijn stem. Was Khomeini een goede strateeg? Fantastisch zou ik zeggen. Vermoedelijk een van de beste van de eeuw. Hij was in staat om op ingetogen wijze alle tegenstanders van de Sjah bijeen te brengen zonder openlijk de macht na te streven. Hij wist wat je wilde. De hele dynastie van de Sjah weg. De alleenheerschappij van de opperste theoloog Ik Khomeini vestigen. Dat wist ie. Hij had geen duidelijk programma hoe dat moest gebeuren. En dus dachten ontzettend veel mensen rondom hem dat zij hem konden voeden. Zij dachten Khomeini te kunnen gebruiken voor hun doeleinden, maar dat was een vergissing. De radio meldde dat de Sjah wet was, en dat stond ook in grote krantenkoppen. Mensen feliciteerden elkaar, auto's deden hun lichten aan. En ze claxonneerden. Iedereen was dolgelukkig. Het vertrek van de sjah is het begin van de zege van ons volk. Maar later. Op 31 januari '79, besloot Khomeini om naar Iran terug te vliegen. Had je gevraagd als journalist of je mee kon? Ik was gevraagd of ik mee kon. Die mensen rondom Khomeini, die wilden zoveel mogelijk journalisten mee hebben. Westerse journalisten. De New York Times en Le Monde. Whatever. Maar wij waren een levend schild. We moesten cash betalen. Eerste klas vliegtuig Air France. Hup, zo neerleggen. Dus wij wilden allemaal wel mee, ook al wilden we niet mee. We waren allemaal ontzettend bang. Maar dat is... Ja. Je wordt meegezogen als journalist. En zo vlogen we geloof om een uur of half 1, 1 uur 's nachts vanuit Parijs naar Teheran. We kregen een aankondiging van een piloot: We zijn nu over de Iraanse grens. We zitten nu in Iraans grondgebied. Het doodstil in het toestel. Niemand sprak meer. En tenslotte kwamen we boven Teheran. We cirkelden boven Teheran en maakten ons klaar voor de landing. Het vliegtuig ging naar beneden en steeg pijlsnel weer naar boven. Weer een rondje, weer naar beneden. Dat deed hij zeker drie keer. En ten slotte maakt ie dan de landing. En ik dacht nou gaat het gebeuren. En inderdaad, er kwamen een aantal gewapende mannen in uniform. Die renden naar het vliegtuig toe, zag ik uit het raampje. Oh God, nu worden we aangevallen. Maar nee, ze gingen een erewacht vormen. En toen werd Khomeini aan de arm van iemand anders de vliegtuigtrap naar beneden... en gevochten, waarna we ruw. Nou wij stom volk gingen ook gewoon de straat te poetsen voor tien man. Ja dat deden wij. Zes straten te poetsen voor die man bloemen neerleggen. Misschien was de Sjah wel een uitstekende man. Was Khomeini een uitstekende man. Maakt allemaal niks uit. Als de mensen, als de bevolking, als het algemene idee is dit is goed of dit is slecht, ja daar kun je weinig aan doen. Dat heb ik geleerd in Iran. Iran is geen vrolijk verhaal. Het is echt een heel treurig verhaal. En het aller treurigste is... het aller verdrietigste is dat elke keer de mensen in het Midden-Oosten... en de Iraniërs voorop, denken: Nu eindelijk hebben we het heil gevonden. En elke keer opnieuw, elke keer opnieuw worden ze bedrogen.