Deze pantoffeldiertjes bestaan maar uit één cel en worden daarom tot de eencellige dieren gerekend.
Als je ze in een druppel water door een microscoop bekijkt zie je er soms twee tegen elkaar liggen. Ze zijn aan het paren, ook al is er geen verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. Hier probeert een derde mee te doen maar dat lukt niet. Nummer drie kan niet tegelijk tegen de twee andere diertjes aan gaan liggen. Ook met z'n tweeën komen er soms nog problemen.
Voor een paring zijn er maar twee dieren nodig, die elkaar moeten zien te vinden. Een derde blijft ongewenst. Met een groepje tegelijk wordt het helemaal niets. Zo gaat het wel goed. De twee partners zwemmen samen rond en intussen bevruchten ze elkaar. Daarna laten ze los en gaan al gauw hun eigen gang. Eitjes leggen ze niet. Pantoffeldiertjes paren alleen, omdat ze zich daarna beter kunnen delen.