Een lekker bakkie erwtensoep. Bij erwtensoep hoort natuurlijk worst. Veel worst. Maar wacht heel even, deze heb ik al een tijdje geleden gekocht. Hoe weet ik nou eigenlijk of hij nog houdbaar is? Straks kan ik mijn hele soep weggooien. Hier bij de Wageningen Universiteit wordt er heel veel onderzoek gedaan naar de voedselkwaliteit en de voedselveiligheid van producten. Heidi, hoe weet ik nou of ik deze nog kan eten?
Je kan met je ogen en met je neus ruiken en zien of iets bedorven is. Ons lichaam is ook zo ingesteld dat we iets niet lekker vinden, we iets vies vinden. We kunnen het natuurlijk testen op micro-organismen.
En dan weet je of het bedorven is?
Precies.
Oké, goed idee. Als voedsel bederft dan wordt het opgegeten en verteerd door micro-organismen: bacteriën en schimmels. Dat is op zich heel goed want zo ruimen ze de troep op. Maar net zoals jij ook plast en poept, laten zij ook dingen achter. In ons eten dus. Als wij dat weer opeten dan kunnen we daar ziek van worden. Mag ik je voorstellen aan de lactobacilles, de psuidomonas en de aspergilles. Deze laten je voorgesneden groente bederven, deze je vlees en deze bijvoorbeeld je uien. Ondanks dat je ze niet hebt uitgenodigd, eten deze het vaakst met je mee. Weg met die bacteriën en schimmels zou je denken. Soms wil je ze juist wel in je eten. Neem nou bijvoorbeeld deze melk. Voeg daar bijvoorbeeld een beetje melkzuurbacterie aan toe, zet het op een lekkere warme plek, wacht een dagje en wat krijg je? Dit, een wat dikkere, klonterige bedorven melk. Maar dat is het niet. Het is namelijk yoghurt. De melk is niet bedorven maar gefermenteerd zoals dat heet. Deze micro-organismen hebben geholpen om yoghurt te maken. Zo kan je heel veel dingen maken want als je naast de melkzuurbacterie ook nog wat andere stofjes toevoegt zoals bijvoorbeeld deze schimmel: de penicillium roqueforti, dan krijg je dit. Blauwe kaas. Heidi, hoe kan het nou dat we door dit bederven niet ziek worden en bij andere bedorven producten wel?
Je hebt heel veel soorten bacteriën. Van de meeste word je niet ziek. Van een klein aantal word je wel ziek. Die maken gifstoffen in je voedsel en die zorgen voor een infectie in je lichaam.
En mijn worst? Was die eigenlijk bedorven?
Nee.
Aha, nou dan heb ik thuis nog een hele lekkere pan snert staan. Ga je mee een kommetje eten?
Ja, dat lijkt me lekker.