Net als veel andere landen in de wereld beschikt ook Nederland over een leger. Dat Nederlandse leger bestaat uit verschillende onderdelen. Zo is er de marine die ons met schepen op zee beschermt en de luchtmacht die dat in de lucht met vliegtuigen doet.
De militairen die hun taak op het vaste land uitvoeren horen bij de landmacht. Voor hun taak hebben ze allerlei soorten voertuigen nodig, zoals tanks, vrachtwagens, kanonnen en jeeps.
De militairen die werken bij de landmacht zijn verdeeld in rangen. De laagste rang is die van soldaat. Een groep soldaten staat onder leiding van een sergeant. De baas van de sergeant is bijvoorbeeld weer een luitenant of een kapitein en de allerhoogste rang bij de landmacht is die van generaal. Om aan te geven welke rang iemand heeft, zijn er allemaal tekens bedacht zoals strepen en sterren die op de schouder van iedere militair te zien zijn.
De belangrijkste taak van de landmacht is natuurlijk het beschermen van Nederland en haar inwoners tegen allerlei mogelijke vijanden. Maar het is gelukkig niet altijd oorlog. In tijden van vrede wordt er ook hard gewerkt bij de landmacht. Zo worden er militairen ingezet bij rampen zoals overstromingen of een uitbraak van veeziektes. En bijna dagelijks helpen militairen van de landmacht de politie met speciale eenheden of materieel.
Maar ook in het buitenland worden Nederlandse militairen ingezet om ook daar de mensen in vrede en veiligheid te laten leven. In oorlogsgebieden zoals Afghanistan en Mali, bijvoorbeeld. Nederlandse militairen vechten daar mee voor vrijheid, geven les aan politie en lokale militairen, verzorgen gewonden, brengen ze in veiligheid en ze helpen de mensen in het land om hun leven weer op te bouwen.
De landmacht bestaat uit verschillende onderdelen, die allemaal nodig zijn om die taken uit te voeren. Dit zijn de brigades en iedere brigade is ergens in gespecialiseerd. Zo zijn er de commando’s. Het zijn kleine groepen soldaten die snel ergens in vijandelijk gebied kunnen worden gedropt om in het geheim een opdracht uit te voeren.
Iets minder onzichtbaar, is de luchtmobiele brigade. De militairen van deze brigade kunnen in korte tijd overal in de wereld worden ingezet, in alle soorten terrein. Ze worden gedropt uit vliegtuigen of met helikopters van de luchtmacht ergens afgezet en verplaatsen zich dan te voet en met kleine voertuigen over het land..
Om zo onopvallend mogelijk hun werk te kunnen doen, dragen militairen vaak camouflagekleding. Soms vullen ze dat nog aan met takken en gras. In het bos is hun camouflage groen en bruin en in woestijngebieden lopen de soldaten in bruin beige kleding.
Tijdens zijn werk, heeft een militair van alles bij zich. Hij heeft natuurlijk een wapen; meestal geweer als deze waarmee hij wel tot 300 meter een doel kan raken.
Om zich te beschermen draagt hij een kogelvrij vest. Hij heeft een intercomsysteem. En dan heeft hij nog een rugzak met allerlei spullen die hij nodig heeft om langer onderweg te kunnen zijn als eten, slaapzak, mes enzovoort. Bij elkaar kan de uitrusting wel zo’n 60 kilo wegen.
Om zich te verplaatsen gebruikt de Landmacht verschillende soorten De Lichte Brigade gebruikt pantservoertuigen om gemakkelijk grote afstanden te kunnen overbruggen, maar ook om flexibel en veilig op te kunnen treden in stedelijk gebied. In deze Bushmaster, een pantservoertuig met grote wielen kunnen ze bijna overal komen. Er kunnen 9 militairen in worden vervoerd. Die zitten veilig achter het dikke pantser, maar kunnen ook makkelijk hun voertuig verlaten om te patrouilleren.
Daarnaast beschikt de lichte brigade ook over kleinere jeeps die goed gecamoufleerd en bewapend zijn.
Zwaardere voertuigen worden gebruikt door de gemechaniseerde brigade. Zij rijden met gepantserde voertuigen met rupsbanden en kanonnen en omdat deze brigade ook samenwerkt met de Duitse landmacht, beschikken ze ook over de Leopard 2 tank.
De landmacht heeft ook kanonnen, zoals deze pantserhouwitser waarmee je een doel van 50 kilometer ver kunt raken. Maar natuurlijk ook gewone vrachtwagens om spullen te vervoeren en ziekenauto’s voor de gewonden. Die kunnen dan naar verplaatsbare veldhospitalen worden gebracht. Dat zijn ziekenhuizen die je ergens kunt neerzetten en weer weghalen als het moet. De militairen die er werken zijn ingedeeld bij andere onderdelen van de landmacht, die de brigades kunnen ondersteunen.
Schieten is wat de landmacht kan, maar dat doen ze alleen als het echt niet anders kan. In eerste instantie zijn ze er om mensen een veilig gevoel te geven en ze te beschermen tegen gevaren van buitenaf. Zo helpen ze mee aan vrede, veiligheid en welvaart in Nederland. Maar ook daarbuiten.