In 768 volgt Karel zijn vader op en wordt koning van het Frankische Rijk. Een rijk zo groot als Frankrijk, België, Nederland en een deel van Duitsland nu. Karel zal het rijk nog groter maken, hij voert oorlog met de Moren in het Zuiden, de Longobarden in het Zuidoosten en de Saksen in het Noorden. Met dat laatste volk voert Karel 30 jaar lang strijd. Uiteindelijk lukt het hem zijn vijanden te verslaan en rust te brengen in zijn rijk.
Het geloof speelt in het leven van Karel een grote rol, net als de meeste mensen geloof hij in een Christelijke God en in de Kerk die dat geloof verkondigt. Karel blijft zijn hele leven lang trouw aan de Paus en de Kerk. Hij belooft het geloof te verdedigen en te verspreiden, met geweld als het moet. Zo schrijft hij in een brief aan de Paus “het is mijn plicht om met de hulp van God overal de Kerk van Christus tegen aanvallen van ongelovigen met wapens te verdedigen”.
En die ongelovigen zijn de Saksen.
De Saksen geloven zelf ook, maar niet in de Christelijke God. Ze geloven in de goden van de natuur: Wodan, Donar, Frija. De Christenen komen samen in hun Kerk, de Saksen komen bij elkaar rond een Heilige Boom. Behalve verschil in geloof is er ook strijd om grondgebied. De Saksen vallen telkens Frankische dorpen aan. Karel wil hier een einde aan maken en bovendien ervoor zorgen, dat de Saksen christen worden. Dat ziet hij als zijn heilige plicht. In een poging de Saksen te dwingen hun geloof op te geven laat Karel hun Heilige Boom omhakken.
Onder grote dwang eist Karel dat de Saksen hem als koning accepteren, voor nu en altijd. En degene die zich niet laat bekeren tot Christen wordt gedood. Er is één stamhoofd, Widukind, die zich weigert te onderwerpen aan Karel. En steeds opnieuw valt hij Frankische dorpen aan en laat hij kerken in brand steken. Daarmee raakt hij Karel in het diepst van zijn ziel.
Karel neemt op een verschrikkelijke manier wraak. Als straf laat Karel een paar duizend Saksen doden. Uiteindelijk geeft Widukind de strijd op en geeft zich over. Hij wil vrede. Na 30 jaar van oorlog voeren heerst Karel over het gebied van de Saksen.