De slaven die de Nederlanders hebben gekocht worden naar Fort Elmina aan de kust gebracht. Daar kwamen dus de slaven binnen en die werden dan hier naartoe gebracht, naar dit plein, en die slaven, niet alle slaven werden gekocht, maar ze werden eerst gekeurd door de chirurgijn en een slaaf die dan goed bevonden was, een gezonde slaaf, die werd dan gekocht en dan werden ze gebrandmerkt.
Want op het moment dat ze gebrandmerkt waren, wist de WIC ook van “dit zijn onze slaven”, ook als iemand wegliep. Dan worden de slaven opgesloten in het fort, soms maandenlang, tot er genoeg zijn om de reis over zee te maken. Maar eerst volgt nog een selectie: De scheepsarts, die keurde de slaven op het schip. Het kon ook wel zijn, dat hij dat aan de kust deed, maar meestal gebeurde dat op het schip en de slaven die afgekeurd werden, die moesten dan weer terug naar de kust.
Henri Gallandat was zo’n scheepsarts, hij schreef er zelfs een boek over? Ja, dat boek, dat heette Onderrichtingen Der Slavenhandelaren. Scheeparts Gallandat heeft allerlei tips. Zo mag een slaaf niet ouder zijn dan 35 jaar en geen grijs haar hebben. Heeft hij koorts, geelzucht, scheurbuik of verstoppingen in de lever, dan zal de verkoper doen alsof de slaaf zeeziek is. Aan de andere kant is de slaaf soms niet ziek, maar zo angstig dat hij het benauwd krijgt en een verwilderd gezicht heeft. Zo erg, dat het lijkt alsof hij een zware koorts heeft. Dat komt, omdat hij denkt, dat hij doodgemaakt zal worden en opgegeten door de blanken.