Vroeger werd er gehandeld in slaven. Dat vond men heel gewoon toen. Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel.
In de 18e eeuw haalden ze die mensen uit Afrika, en brachten ze per schip over naar Amerika en verder. Geboeid worden de slaven aan boord gebracht en in een ruim gestouwd. Er kunnen zo'n 300 slaven in een schip. Na een lange, vreselijke reis komt het schip aan in Curaçao. Hier krijgen de slaven vers eten en drinken en worden ze opgeknapt.
Daarna worden ze weer verder vervoerd naar Suriname en Amerika, om verkocht te worden aan boeren. Ze moeten werken op plantages. Als slaaf zijn ze voor altijd hun vrijheid kwijt. Met de handel in slaven verdienen de Hollandse kooplieden veel geld.
Een paar honderd jaar heeft de slavenhandel geduurd. Langzamerhand protesteerden steeds meer mensen tegen die slavenhandel. Zo ga je toch niet om met mensen.Maar het duurt nog jaren voordat iedereen er zo over denkt. In 1814 komt er een wet die de handel in slaven verbiedt.