Het kernidee achter de rechtsstaat is om te voorkomen dat de macht bij één persoon of één organisatie terecht komt.
Met andere woorden: de bedoeling van de rechtstaat is het voorkomen van machtsmisbruik.
Waar de macht ligt, staat in een rechtsstaat dan ook altijd omschreven in de wet.
Een rechtsstaat kent een aantal belangrijke kenmerken:
- alle burgers hebben gelijke grondrechten. Die rechten staan omschreven in de Grondwet.
- nieuwe wetten en regels hebben geen terugwerkende kracht. Je kunt dus niet veroordeeld worden voor een misdrijf dat niet in de wet staat.
- de overheid moet zich zelf ook aan de wet houden. Burgers kunnen dan ook een rechtszaak tegen de overheid beginnen.
Een rechtsstaat is ingedeeld volgens de trias politica, de scheiding der machten. Geen enkele groep heeft de volledige macht.
* de wetgevende macht bestaat uit het parlement, samen met de regering. Zij zorgen voor het opstellen van nieuwe wetten;
* de uitvoerende macht bestaat uit de regering, die zorgt voor de uitvoering van die wetten;
* de rechterlijke macht is in een rechtstaat onafhankelijk. Rechters spreken dus recht onafhankelijk van de andere twee machten.