Klimaatverandering. Die donkere wolk die eraan zit te komen als we op deze manier doorgaan met het uitstoten van broeikasgassen. Want dan stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde met meer dan 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. En dat zou desastreuze gevolgen hebben voor mens en natuur. Wat dat betreft niets nieuws onder de zon, want dit roept het IPCC al vele jaren. Het Intergovernmental Panel on Climate Change van de VN, dat eens in de zoveel jaar een rapport uitbrengt waarin het wetenschappelijke klimaatkennis verzamelt, beoordeelt en samenvat. 'Het wetenschappelijk bewijs is duidelijker dan ooit'. Wetenschap dus. Die klimaatkennis dient voor regeringen wereldwijd als fundament voor het ontwikkelen van klimaatbeleid. En daar wordt het politiek. En daar wringt het nog wel eens.
'We moeten nu actie ondernemen.' 'Ze hebben een enorme politieke agenda.' In deze video ga ik het met je hebben over het al even interessante als controversiële spanningsveld tussen klimaatpolitiek en klimaatwetenschap. Want hoe politiek is die wetenschap?
Daarvoor duik ik eerst even dieper in het IPCC. Dat werd in 1988 opgericht door de Verenigde Naties en telt 195 lidstaten, zeg gerust: de hele wereld, die in het panel zijn vertegenwoordigd. Belangrijke noot: het IPCC is geen club van wetenschappers die zelf onderzoek doen naar klimaatverandering, maar een club deskundigen van wetenschappers tot beleidsmakers die als vertegenwoordigers van hun regeringen de bestaande wereldwijde wetenschappelijke studies evalueren, op basis daarvan risico's inschatten en op basis daarvan regeringen adviseren. Sinds zijn bestaan heeft het IPCC vijf grote rapporten gepubliceerd waarin ze een totaalplaatje schetsen, de zogeheten assessments. Een zesde is in de maak. Ook verschenen er door de jaren heen een dozijn speciale rapporten over specifieke kennisgebieden, Bijvoorbeeld over het opwekken van duurzame energie, de invloed van vliegverkeer, de opslag van CO2, wat een gemiddelde opwarming van anderhalve graad nou precies voor gevolg heeft en het nieuwste rapport over hoe het gaat met de oceanen en de ijskappen.
Om de vele duizenden pagina's van die duizenden studies van die duizenden wetenschappers in al die rapporten verspreid over dertig jaar even heel kort samen te vatten: De aarde warmt op. Meer weersextremen, de oceaan verzuurt, koralen verdwijnen, ijskappen smelten, de zeespiegel stijgt, ecosystemen worden bedreigd. Het komt onbetwistbaar door een menselijke uitstoot van broeikasgassen. En als we daar niet snel iets aan veranderen zijn de gevolgen catastrofaal. Al deze conclusies zijn met elk rapport met steeds meer bewijs en grotere zekerheid aan de wereld gepresenteerd.
Maar even terug naar dat spanningsveld tussen wetenschap en politiek. Want wat te doen met al die kennis. Het IPCC geeft bij elk rapport ook een samenvatting voor beleidsmakers, waar het voor even het gebied van de wetenschap verlaat en zich richt tot de politiek en hun klimaatbeleid. Ook daar zijn honderden pagina's aan besteed. Maar in het kort moeten we ontbossing tegengaan en juist bomen bijplanten, stoppen met fossiele brandstoffen en overstappen op duurzame energie en rap een beetje. Want er is haast. 'Er zijn geen smoesjes meer. En de tijd dringt.'
Maar hoe. Het IPCC zet een aantal globale maatregelen op een rij, maar benadrukt dat hun rapporten beleidsrelevant zijn en niet beleidsprescriptief. In andere woorden: Het IPCC geeft aan wat beleidsmakers kunnen doen, niet wat ze moeten doen. Toch doet het IPCC wel een duidelijke call to action. 'Elke graad opwarming telt.' En daardoor begeeft het zich toch echt op het politieke speelveld.
Samenvattend begint het dus bij wetenschappelijke metingen, trekt het IPCC daar conclusies uit en vertaalt dat naar mogelijke oplossingen voor beleidsmakers, is politiek. Het IPCC is dus de schakel tussen de wetenschap en de politiek. Maar in de politiek staan de neuzen niet bepaald dezelfde kant op. Ook al was er in 2015 nog een enorme jubelstemming bij het klimaatakkoord van Parijs, gebaseerd op het Vijfde Assessment van het IPCC, slechts een handvol landen haalt zijn eigen doelstellingen.
Er zijn partijen, soms dus zelfs zo invloedrijk als het Witte Huis, die het IPCC helemaal niet serieus nemen. Zij verwijten het IPCC zelf politieke kleur en trekken de wetenschappelijke basis in twijfel. Het helpt natuurlijk niet mee als wetenschappers die bij het IPCC betrokken zijn met elkaar mailen over hoe ze kunnen voorkomen dat wetenschappers die sceptischer zijn over klimaatverandering nog in wetenschappelijke vakbladen kunnen publiceren. Door zo'n 1.000 gelekte e-mails in 2009 liep het IPCC daardoor flinke imagoschade op en werd onpartijdigheid in twijfel getrokken. Het kwam bekend te staan als Climategate, een schandaal dat volgens sommigen een bevestiging was dat het allemaal gaat om een complot of waardoor op z'n minst de klimaatwetenschap aan geloofwaardigheid heeft moeten inboeten. Het wierp in elk geval een flinke schaduw over de klimaattop in Kopenhagen, die dan ook niet veel opleverde. Die groep critici is weliswaar een kleine minderheid, maar wel een actieve en een invloedrijke.
Over het algemeen is er een zeer brede wetenschappelijke consensus over dat de aarde opwarmt, hoe dat komt en wat de gevolgen zijn, en gaan de wetenschappelijke discussies met name over de marges en de mate van waarschijnlijkheid. Alle wetenschappelijke studies die het IPCC beoordeelt, zijn onderworpen aan meerdere strenge lagen van toetsing. Vertegenwoordigers van regeringen kunnen in meerdere ronden commentaar leveren en meebeslissen over de inhoud die uiteindelijk in de rapporten terechtkomt.
De politieke discussies zien we vooral op nationaal niveau en gaan met name over de precieze invulling van klimaatmaatregelen. Moet bijvoorbeeld kernenergie weer bespreekbaar worden als alternatief voor fossiele brandstoffen? Moeten alle auto's elektrisch zijn, en per wanneer? Wie draait er op voor de kosten, bedrijven of jij en ik? Wie komt de overheid tegemoet met subsidie?. Moeten we onszelf eigenlijk überhaupt op kosten jagen. Want heeft het eigenlijk wel zin? Of wordt het alleen maar duurder als we nu niet investeren? Doen we genoeg, doen we te veel, te weinig? Et cetera et cetera.
En daar is ook het laatste woord nog niet over gesproken.