He, het is gebroken.
Echt waar?
Hier zit een scheur en dit is dezelfde pols. Hier zie je de scheur ook.
Ojeej.
En dit stuk is een beetje naar achteren gekiept. Daar moet wel wat aan gebeuren.
Wat moet er gebeuren dan?
Naar de gipskamer.
We hebben een hele stoere kleur. We hebben stoere hondenpoten, leger.
Wat zijn jullie aan het doen?
Wat zijn we aan het doen Pim?
Kleurtjes aan het uitzoeken voor mijn arm.
Kleurtjes? wat is dat dan?
Gips.
Oh oké. Laat maar zien.
Welk kleurtje gaan we doen?
Uhh, oranje.
Gaan we voor oranje.
Goede kleur, zou ik ook gedaan hebben.
Pim, waar we mee gaan beginnen is een kousje om je arm anders zou je gips aan je arm plakken. Ik doe het heel voorzichtig hoor, gaan we. Nou Pim, wat is er gebeurd dat je zo je arm gebroken hebt?
Ik ben van mijn fiets gevallen.
Dat is ook niet handig hé. Gaat het een beetje zo? Ja? Ik doe het zo voorzichtig mogelijk. In welke klas zit jij?
Waarom moet er eigenlijk gips omheen?
Gips doen we er eigenlijk omheen Raaf, omdat het bot nu is gebroken en dat staat eigenlijk best goed maar dat willen we wel zo houden dus het gips zorgt ervoor dat Pim zijn pols niet kan bewegen. Daarmee houden we de botbreuk zo recht mogelijk op elkaar. Voor de rest is het zo dat als Pim nu zijn pols gaat bewegen dat doet heel erg veel pijn. Dat is dus eigenlijk het fenomeen. Dat zijn 2 redenen: voor de pijn en om ervoor te zorgen dat het bot recht blijft. Als je dan thuis bent straks, dan eigenlijk moet je doen wat je kan doen met je hand wat in het begin niet al te veel zal zijn.
Misschien moet je ook even niet boksen.
Hij heeft wel een mooie bokshandschoen aan.
Ja dat is waar.
En ik heb ook een boksbal.
Echt waar? Dan moet je even niet oefenen.
Dan moet je die maar even in de kast hangen.
Zo, is het gelukt?
Ja!
Zo, dat is helemaal hard en voel je niks?
Nee.
Wow, wat goed zeg.