Dit is 'm niet, he? -Nee. -Oke, door. Ik zie nog niks, jij wel? -Nee. Wat doen we hier eigenlijk? -Ik heb een vraag. Wat dan? Wat aten Nederlanders vroeger? Oke. Volgens mij moeten we dat hier ergens kunnen vinden. Kom mee. Ja, dit is het. Ik zie hier een soort van kadetje. Dat hadden ze toen ook al. Een bakkerij. Wel een troep he? -Ja. Allemaal bloemen. -En hier. Konijn. En... ho! ZE GILLEN Kan ik jullie misschien ergens mee helpen? Hallo. -Hoi. Wat aten mensen vroeger? Dan ben je precies op de goede plek. Want dit schilderij laat het eigenlijk allemaal zien. MUZIEK Er werd heel veel gevogelte gegeten. Vlees, groente. Fruit ook. En dat is eigenlijk een hele gezonde keuken. Was het een beetje wat je had verwacht? Dat ze konijnen aten? Nou, niet dat ze het zo dood neer zouden leggen. Nee, dat is wel anders, deze tijd. -Ja. In deze tijd vinden we het fijn om een worstje met een smiley erop in de supermarkt te zien. Maar in die tijd was het normaal te laten zien: Dit is een dier. En die is gedood voor het eten. -Ja. En ze aten alles wat er in de natuur voorkwam. Ook kleine vogeltjes. Dat kunnen we ons niet meer voorstellen vandaag de dag. Dat ook mal is, wat we bijna vergeten, is dat er ook bier gedronken werd. Zelfs door kinderen. Wat zou je moeder zeggen als je dat zou doen? Die zou gillend gek worden. In die tijd vonden de moeders en vaders dat oke. Het was veel veiliger dan water drinken. Van water kon je ziek worden, want daar zaten allerlei bacterien in. Dus het was beter om iets te drinken waar je niet ziek van werd. KLASSIEKE MUZIEK Dit is een klein schilderij. Klein, maar niet zomaar een schilderij. Na de nachtwacht het beroemdste schilderij van het Rijksmuseum. Het melkmeisje van Johannes Vermeer. -Ik zie brood, volgens mij. Heel veel brood. -En kaas. Het is pap. Ze maakt broodpap. Ze heeft oud brood, van die hompen brood. En die gaan zo in de grote schaal en daar wordt melk bijgegoten. En dan gaat ze roeren en dan is er pap. Dit ziet er redelijk exotisch uit wel. -Ja. -Ja. Dit is echt een rijke tafel. Dus dit werd gemaakt voor mensen die ook echt iets van de wereld wisten. Dat zie je ook aan het porselein bijvoorbeeld uit China. Ook het zout kwam uit Zuid-Amerika. Peper uit Indonesie. Dus als je dit je kon veroorloven, dan was je echt wat rijker. -Ja. Had je dat verwacht? Ik wist wel dat sommige specerijen uit Indonesie kwamen. Maar zoveel andere dingen had ik niet verwacht. Wat zie je nog meer? -Oesters. -Ja. En daarachter olijven. Lekker. Hou jij van olijven? -Nee. Het meest gekke is eigenlijk de kalkoenpastei. Als je daar heel goed naar kijkt. Het is eigenlijk gewoon een taart met een kalkoen erboven opgezet. Dat was in de 17e eeuw iets waar ze heel erg ver in konden gaan. Soms deden ze er levende vogeltjes in. -Oh! Dan maakte ze een kap en dan maak je hem open en vlogen er vogeltjes uit. Dus dat was heel feestelijk. Een aantal groenten die vroeger heel bekend waren... zijn nu minder bekend. Ze worden ook wel vergeten groenten genoemd. Herken je al iets meteen? Dat je denkt: Dat weet ik? Ik weet dat dat pastinaak is. En dat schorseneren. Ik zou denken dat dat zwarte kool is. -Ja, ik ook. Tijd om er een expert bij te halen. Niemand minder dan sterrenkok Joris van restaurant RIJKS. Dit is inderdaad een pastinaak. Ik had het goed. -Heel goed. Koolraap is fout. Wel bijna goed, want dit is een koolrabi. Dit is een van mijn lievelingsgroenten. Dit is de koolraap. Dat daar, dat zijn schorseneren. Maar waarom zijn dit dan vergeten groentes. Ik vind die term eigenlijk niet helemaal goed, want ik ben ze niet vergeten. Ik ben er gek op en ik gebruik ze heel veel. Maar deze groenten zie je minder in de supermarkt. In de supermarkt zie je veel tomaat, ui, wortel, prei, bleekselderij. Komkommer, aardappelen. En helianthus, schorseneer, artisjokken. Het iets specifieker en iets bewerkelijker ook. En minder makkelijk om mee te werken. Dus daarom zie je het minder. Volgens mij is het leuk om zo'n mooie pastei te maken. Oke. -Jullie hebben pastei gezien in het museum, toch? -Ja. Kan je goed koken? -Ehm, op school kook ik. Ja? -Oh, oke. Dat is heel wat. Ik kon vroeger alleen een eitje bakken, dus volgens mij komt het goed. Waar gaan we beginnen? -Met handen wassen. Deze kant op. Handen wassen. Juist. Oke, ga maar. Is het de eerste keer dat je lever gaat snijden? -Ja. Oke, ik denk dat je er niet over na denken en gewoon er in moet duiken. Dat is mijn advies. Is er ook een recept van vroeger die ze helemaal niet meer gebruiken? Ja, dat zijn er genoeg. En werden vroeger hele extreme dingen gedaan. Ik heb wel eens gelezen over een feest waar een taart met berentongen werd gemaakt. Moet je voorstellen als je zo'n taart hebt, hoeveel tongen en beren je dan nodig hebt. Het is maar goed dat dat niet meer gebeurt. En dan moet je ook je beren nog vangen. -Ja. Door met onze pastei. Lever, spek en varkensfilet gaan door de hakmolen. Specerijen als nootmuskaat, peper en venkelzaad worden eraan toegevoegd. Het belangrijkste... Het belangrijkste van deze dag zo ongeveer. Oke, het ziet er wel lekker uit. En? -Wauw. Heerlijk. Dit is het laatste moment dat je nog kan denken: Ik doe er nog een beetje gember bij of een beetje kruidnagel. En beetje peper of beetje nootmuskaat. Dit is een heel belangrijk moment. Hierna kan het niet meer. Ik vind hem helemaal goed zo. -Ja? Perfect. Dan gaan we pastei maken. MUZIEK Het ziet er goed uit, toch? Crunchy laag. Wauw. Super. Heerlijk. Alsjeblieft. Echt heel lekker. Ja, heel apart. Ja? -Dit beetje niet heel snel. Zullen we proosten op dit 17e-eeuwse kunstwerk? Toch? Helaas mag je in deze tijd geen wijn drinken, maar toch water. Proost. Dank je wel, Joris. -Graag gedaan.