In deze animatie zie je, dat een vroedmeesterpad op zijn rug eieren meedraagt. Hij brengt ze naar een waterplas en laat ze daar los. De vader stroopt het pakje eieren van zijn rug. De eieren staan op het punt van uitkomen.
In de eieren zie je de jongen al af en toe bewegen. De vader heeft zijn werk gedaan en laat de eieren aan hun lot over. De jongen zijn nu ver genoeg om zich uit het ei te bevrijden. Als ze vrijkomen lijken ze nog helemaal niet op hun ouders. Het zijn nog larven, die heel erg moeten veranderen voordat ze eruit zien als padjes.
Ze zwemmen als visjes met hun staart. Stap voor stap veranderen ze. Ze maken een gedaanteverwisseling door. De larven krijgen achterpootjes. Na en tijdje komen ook de voorpootjes. Ze beginnen meer en meer op een pad te lijken, maar ze hebben nog wel een staart. De pootjes worden groter. De jonge padjes kunnen nu aan land.
Het staartje stelt al gauw niet veel meer voor. De voorpootjes blijven vrij klein. De achterpoten worden steeds sterker. Het worden springpoten. De gedaanteverwisseling is bijna afgelopen. De vingers veranderden in grijpvingers. De jonge diertjes moeten zich maar zien te redden. Ze moeten op jacht en ontsnappen aan hun vijanden. Hun springpoten komen daarbij goed van pas.