Er is een schitterend gebouw, in de stad Jeruzalem. Met goud erop. Het huis van God. Ik wil bij de mensen wonen, heeft God gezegd. De mensen hebben toen deze tempel gebouwd. Maar ze hebben God er nog nooit gezien.
Boven de tempel kringelt rook. Hmmmmfff, ruiken de mensen. Tijd om te bidden. Ze praten zachtjes voor zich uit. Alles wat ze zeggen, gaat met de rook mee omhoog, naar God. Kom. We gaan binnen kijken.
Wow! Wat mooi! Alles goud! Met flonkerende edelstenen. Prachtige gordijnen. En daar... Op een glanzende tafel: roodgloeiende kooltjes. Een oude man legt er eerbiedig klontjes wierook op. Ze verbranden en ruiken heerlijk. God, fluistert de man, U bent het grote Licht. Help ons een lichtje te zijn.
Zacharias!
Huh! Roept God hem? Nee. Er staat een engel. Een helper van God. Niet schrikken, Zacharias, zegt de engel. God heeft je bidden gehoord. Je vrouw krijgt een baby'tje, Johannes. Dat betekent: God wil alles goed maken. Mooi hè? Jouw Johannes wordt een belangrijk man voor God. Hij mag de mensen vertellen dat de grote Koning komt.
Nee, nee, nee. Zacharias schudt zijn hoofd. Een baby'tje kan niet meer, we zijn nu veel te oud. Zacharias, zegt de engel. Ik, Gabriël, ben door God gestuurd. En jij gelooft het niet? Het gaat gebeuren. En totdat jouw zoon geboren is, kan jij niet meer praten.
Zacharias gaat de tempel uit. Hij wil iets zeggen tegen de mensen, maar... Er komt geen geluid uit zijn mond! Wat is er met hem, zeggen de mensen. Zacharias gebaart met z'n armen. Oooo! Hij bedoelt een engel! Zacharias knikt ja. Zeg dat dan gewoon! Maar nee, iets zeggen lukt Zacharias niet.
Thuis heeft Zacharias alles opgeschreven en zijn vrouw Elisabeth laten lezen. En kijk! Haar buik. Dik en rond. Er is een baby'tje in gaan groeien. Elizabeth is heel blij. Wat is God goed! Ze zingt de hele dag. Zacharias kan alleen maar stil blijven kijken. God wil echt wonen bij de mensen, denkt hij. Niet meer onzichtbaar in een mooi huis. Maar als Koning van het land. En mijn zoon mag daarover vertellen.
Beschuit met muisjes bij Zacharias en Elisabeth. Hoera! De familie komt. En de buren. Iedereen wil het jongetje even knuffelen. Maar Zacharias schudt steeds nee. Hij wil zijn zoontje niet loslaten. Hij voelt het zachte huidje, en hij ruikt het lekkere melkluchtje. Weten jullie het nog?
Grote en kleine Zacharias, lacht de buurvrouw. Zacharias gebaart verschrikt: Nee! Hij schrijft met grote letters: Zijn naam is Johannes. En opeens flapt Zacharias alles eruit. God wil alles goed maken. Hoera voor God! Hij wil bij ons zijn. En licht! En... En... Zacharias kan niet meer stoppen. Hij heeft zoveel te zeggen. En nu kan het eindelijk weer. Dat was mooi, he?
Hebben jullie ook wel eens wat te zeggen? En wat zeg je dan? Alles. Alles?