Er zijn een heleboel schapen. Beh! Beh! En er zijn mannen die op de schapen passen. Herders. Maar de herders passen helemaal niet goed op. Nee, ze maken ruzie! Wij waren hier eerst! Weg met jullie beesten, roept de één. Dit veld is van ons, schreeuwt de ander. Ik ben niet bang van jou! Ze gingen vechten! De ene herder laat zijn arm zien. Er zit een grote plek op zijn spierbal. Dit is van een beer, en die heb ik helemaal zelf weggejaagd. Maar dan! Hè? Wat is dat voor licht? Verbaasd kijken ze rond. Er loopt iemand op ze af, helemaal in het wit. Oh!!! Een spook! Daar staan de stoere herders, bibberend achter een boom. Niet bang zijn. Ik kom van God. Het is geen spook, maar een engel! Hij zegt: ik kom jullie iets vertellen waar je heel blij van zult worden. En niet alleen jullie, maar ook alle mensen. Vannacht is een bijzonder kind geboren. Hij is de Koning waar iedereen al zo lang op wacht. Ga maar kijken. Even verderop, in Bethlehem, ligt Hij in een voederbak. Ineens is de hele nachtlucht vol met licht. De herders zien nu heel veel engelen. Wauw! De engelen zingen: Glo-o-o-o-ria! Dat betekent: hoera. Hoera voor God. Ineens zijn de engelen weg. Kom, roepen de herders. We gaan het kind zoeken!
Meestal is het 's nachts heel stil in het dorp. Maar nu... Beh! Beh!! De hele straat is gevuld met schapen. Ssssst!! De herders staan stil. Een baby'tje! De herders gaan op het geluid af. En de schapen gaan mee. Daar zijn een man en een vrouw. De vrouw legt een bundeltje in een voederbak voor dieren. Is het Hem? Is dat de kleine Koning? Een van de herders stapt naar voren.
Ahum. Dit klinkt misschien een beetje gek. Maar wij zagen zonet een engel. Een heleboel engelen. En die zeiden dat uw kindje de Koning is, die van God komt. De vrouw glimlacht. Willen jullie hem zien, zegt de vrouw. Ze pakt de piepkleine baby op. Kom maar kijken. Verlegen komen de herders dichterbij. Ik ben Maria en dit is Jezus, zegt de vrouw. Mweh, doet Jezus. Aaaah, zeggen de stoere herders tegelijk. Beh, zegt een lammetje. Klein, hè, zegt de herder tegen het lammetje. Maar iets groots, begint altijd heel klein. De zon komt al bijna op. De lucht boven het veld wordt helemaal roze. De herders hebben geen ruzie meer. Nee, de herders dansen samen! Zo blij zijn ze. Ze vieren feest en zingen keihard: Glo-o-o-o-ria! En al hun schapen, die doen ook mee! Me-e-e-e-eh! En wij ook! Doen jullie ook mee?