Robin gaat op reis. Niet met mama, niet met papa, niet met zusje Suze, maar met zijn vriendje Alexander en de moeder van Alexander. En Knor natuurlijk! “Zul je lief zijn?”, vraag mama. “Hoe lief?”, vraagt Robin. “Net zo lief als altijd.”Alexander klimt op alle banken en hangt met één hand aan het rek met de koffers. Soms ploft hij op de grond. Robin is lief, want dat heeft hij beloofd. Ze gaan 3 nachtjes logeren in een vakantiehuis en dat vakantiehuis staat vlakbij de zee. Robin en Alexander spelen de hele dag in het water en bouwen zandkastelen. Knor is de ridder van het kasteel. Aan het einde van de dag is Robin vreselijk moe. Op de slaapkamer danst Alexander op zijn bed. Hij schreeuwt, lacht, springt, ploft en valt in slaap, woeps…zomaar. Zijn moeder stopt hem onder de dekens. Dan komt ze op de rand van Robins bed zitten.”Gaat het goed met je?”, vraagt ze. “Ja hoor”, zegt Robin. Robin doet zijn ogen dicht, het helpt niet. Robin weet het opeens heel zeker: hij kan hier niet slapen. Vandaag niet, morgen niet en alle drie de nachten niet. Hij roept de moeder van Alexander. “Ik kan niet slapen!”, zegt hij.”Weet je wat?, zegt de moeder van Alexander, “ik ga je mama bellen. Ik ga haar vragen of ze morgen naar ons toe kan komen”. “Echt?”, vraagt Robin. “Ja, dat hebben we zo afgesproken. Als jij hier niet kan slapen, komt mama je morgen ophalen.” Robin kan nog steeds niet slapen. Maar dat geeft niet, hij gaat gewoon liggen wachten tot mama komt. De volgende ochtend gebeurt er iets geks, Robin wordt wakker. Hoe kan dat nou? Hij was niet eens in slaap gevallen! Dan gaan ze weer naar het strand. Robin gaat naast de moeder van Alexander wachten totdat zijn mama er is. Maar Alexander speelt zo leuk dat Robin niet kan blijven zitten. Samen springen ze over de golven heen en schreeuwen ze, juichen ze en lachen ze. Zo vrolijk, dat ze helemaal niet zien dat er heel in de verte iemand over het strand naar hen toe komt lopen. Iemand met een baby’tje op haar arm, dat begint te kraaien als ze haar broertje ziet. Haar broertje Robin.