Nederlanders hebben vroeger gehandeld in slaven. Het is een zwarte bladzijde in onze geschiedenis. De Nederlandse handelaren halen hun slaven vooral uit West-Afrika. Ze kopen ze van Afrikaanse koningen. Vanuit West-Afrika worden de slaven per schip helemaal naar Curaçao gebracht. Een vreselijke reis.
Op Curaçao is een grote slavenmarkt. De gezonde, jonge mannen en vrouwen worden er door de handelaren uitgepikt. Veel slaven gaan dan naar Suriname. Dat was toen een kolonie van Nederland. In Suriname worden de slaven verkocht aan degene die het meeste geld betaalt.
Ook déze Afrikaanse jongen - Kwame - is als slaaf verkocht. Hij is eigendom geworden van een blanke man, een Nederlander. Kwame mag niet zijn eigen naam houden. Hij krijgt een nieuwe naam, want hij moet goed weten dat hij nu een slaaf is.
Veel slaven komen terecht op suiker- en tabaksplantages: grote Nederlandse boerderijen. Ze moeten voor de Nederlanders op het land werken. Ook Kwame moet op een plantage werken.