Onze volksvertegenwoordiging bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Samen vormen zij het Nederlandse parlement. De Eerste Kamer wordt eens in de vier jaar gekozen via indirecte verkiezingen. Eerst gaan de stemgerechtigde Nederlanders naar de stembus Om het bestuur van hun provincie te kiezen. We noemen dit bestuur de Provinciale Staten. Binnen drie maanden na de verkiezingen van de Provinciale Staten kiezen de door ons gekozen Statenleden op hun beurt weer de leden van de Eerste Kamer. Een stem voor de Provinciale Staten is daardoor ook een stem voor de Eerste Kamer. Elk Statenlid heeft maar één stem. De stem van een Statenlid van een provincie met veel inwoners, moet zwaarder wegen dan een stem van een Statenlid van een provincie met weinig inwoners. Dit wordt gecorrigeerd met de stemwaarde-formule. Politieke partijen dragen zelf kandidaten aan voor de Eerste Kamer. Er zijn in totaal 75 zetels. Er zijn dus 75 Eerste Kamerleden. De Eerste Kamerleden doen het werk parttime. De meeste kamerleden heben naast hun functie in de politiek nog een andere baan. Dit tot in tegenstelling van de leden van de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer vinden we bijvoorbeeld docenten, burgemeesters maar ook ondernemers. Ze staan dus midden in de maatschappij. En, ze vertegenwoordigen ook jou.Zo wordt de Eerste Kamer gekozen!