IJsjes zijn heel lekker. Maar weet je ook hoe ze dat stokje erin krijgen?
Nou dat zit zo. Het begint hier in het bos, in de winter.
Er zitten geen blaadjes meer aan de bomen.
Dit is Jonas, een bosbouwer.
Hij inspecteert de bomen.
Deze beuk lijkt hem wel geschikt.
De stam is mooi recht. Alleen bovenin splitst hij zich.
Hij markeert de boom: deze mag gekapt worden.
Zo kan deze bomenkapper de boom vinden en aan de gang met zijn kettingzaag.
Hij roept dat hij aan het werk gaat, zodat er geen gewonden vallen als de boom straks omvalt.
En daar ligt hij dan, op de grond.
In deze fabriek worden de stammen in kleinere stukjes gesneden,
van precies een meter lang.
Dan wordt de boomschors verwijderd.
Hier zie je hoe het er af geschraapt wordt. Dat heet 'ontbasten'.
Dan gaan de kale stammen de oven in.
Zo, de deur kan dicht.
De bomen gaan in een stoombad van 75 graden Celsius.
Je ziet het water hier uit de gaatjes komen.
Na een kwartiertje zijn de stammen een beetje rood geworden.
maar het belangrijkste is dat ze nu zacht zijn.
Het hout is nu klaar voor de volgende stap:
Het houtblok wordt in een machine gezet.
Daarin draait het rond.
Dan gaat de stam richting dit apparaat.
Het werkt net als een grote puntenslijper.
Er wordt een dunne laag afgehaald.
Alleen maken ze er hier geen scherpe punt aan.
Een dunne laag hout, fineer genaamd, wordt zo losgesneden.
En daarna rollen ze het op.
Superdun beukenhout.
Hier rollen ze het weer af.
Er zitten natuurlijk knoesten en gaten in.
Daar hebben we niks aan.
Dus daar zetten ze een merkteken bij.
Dit stuk bijvoorbeeld, dat kan niet worden gebruikt.
De dunne laag beukenhout wordt getransporteerd langs een camera, die de gemarkeerde delen herkent.
Dan worden de slechte stukken verwijderd.
Maar wat gebeurt er nou precies in de machine?
Daar zitten deze metalen onderdelen in.
Dit is een stans.
Meneer Burandt slaat erop, met een hamer.
Zo stanst hij een stokje uit het dunne hout.
Een ijsstokje!
Nou, dat kan deze machine een stuk sneller!
Op hoge snelheid komen er honderden stokjes uit.
Maar wie hier aan likt krijgt splinters in zijn tong.
De scherpe stukjes halen ze er dus nog af.
Dat ziet er al beter uit.
Dan gaan we naar de volgende halte.
Dat witte spul is was.
De borstels brengen een heel dun laagje aan.
Als je ze tegen het licht houdt, zie je het glimmen.
Maar je voelt het vooral heel goed.
Nu is het stokje helemaal glad.
Ze verpakken er een aantal bij elkaar.
Meneer Tarim inspecteert ze allemaal nauwkeurig.
Dit pakketje ziet er prima uit.
Maar hier heeft hij wat gevonden!
Een van die stokjes keurt hij af.
Er is een stukje afgebroken.
Deze zijn allemaal goed, dus die mogen door.
Bijvoorbeeld naar deze ijsjesmaakster.
Grote ijsfabrieken willen natuurlijk heel veel stokjes.
Maar hier zie je beter hoe het stokje in het ijs terecht komt.
Eerst gaan de stokjes in dit rek.
Daarin worden ze vastgeklemd.
Zo.
En dit zijn de vormpjes.
Ze worden gevuld met een mengsel van aardbeienpuree en citroensap.
Dat moet ze natuurlijk netjes verdelen.
Nu kunnen de stokjes in de vormpjes worden gestoken...
En in de vriezer.
Deze vloeistof heeft een temperatuur van -35 graden Celsius.
Al na een paar minuten is het ijs bevroren.
Om de ijsjes weer uit de vorm te krijgen
worden de vormen kort in een warmwaterbad gehangen.
Dan laten de ijsjes netjes los.
Gelukt!
Daar zijn ze dan: een heleboel ijsjes op een stokje.
He, wat is dat toch lekker...
Wie had nou gedacht dat achter zo'n klein stokje
zo'n interessant verhaal zit?