Hoe werkt dat eigenlijk? Zo'n telescoop? Hm-mm. Ja, dat is een heel verhaal met lenzen. Als je nou een lens pakt zoals deze loep, het is eigenlijk een bol stuk glas. En wat de truc van zo'n lens is, die bundelt dat licht wat erdoorheen gaat als het ware zo samen. En daardoor kan je al het licht dat op die hele lens valt bundelen en tegelijkertijd in je pupil terecht laten komen. Ja, dan is het alsof je ogen vele malen groter zijn. Dus als ik hier nu die vergrootglas, die lens hierbij houd, dan zie je dat het groter wordt omdat het licht wat hier vandaan komt, zo langzaam samengebald wordt, samengebundeld wordt in mijn ogen. Dus je hebt veel meer licht wat in je ogen komt en daardoor kan je met een telescoop dingen die veel verder zijn, zien. Plus je kunt ook dingen die veel te donker zijn eigenlijk ook zien, zoals hele verre sterren en planeten. En dan door slim holle lenzen of bolle lenzen op bolle lenzen samen te combineren in een buis, dan kan je dingen van ver weg dichterbij halen. Als je nou op een slimme manier twee lenzen combineert, een bolle en een holle, dan heb je dat hierdoor het licht zo de telescoop binnenkomt. Dat wordt dan samengebundeld zodat je heel veel licht hebt en dan zorgt deze ervoor dat het op een bepaalde manier vergroot. Dan gaat het je oog binnen en dan zie je dus in één keer de kerktoren van Delft aan die kant. Dus je hebt een buis nodig. Twee lenzen. Dat is hoe Lipperhey een telescoop heeft gemaakt.