Antoni van Leeuwenhoek kan in de zeventiende eeuw heel goed werken met een microscoop. Dit is een van de microscoopjes die Van Leeuwenhoek dan gebruikt voor zijn onderzoeken. Hij is even groot als een luciferdoosje. De microscopen van Van Leeuwenhoek bestaan uit een piepklein lensje dat tussen twee metalen plaatjes zit geklemd. Van Leeuwenhoek wil hier naar een dode vlieg kijken. Die wordt op een pinnetje geprikt. Hij houdt de andere kant van de microscoop dicht tegen zijn oog. Als van Leeuwenhoek nu tegen het licht in kijkt, ziet hij allemaal bijzondere dingen die met het blote oog niet te zien zijn. Met een schroef kan het plaatje scherpgesteld worden. Van Leeuwenhoek onderzoekt van alles: tandsteen, pus, zaadcellen, insecten… noem maar op. Hier zie je een vlo uitvergroot in beeld.