Goedemorgen, kinderen. Goedemorgen, wijze vader.
Fijn dat jullie er zijn. Vandaag gaan we praten over het heelal. Wie van jullie heeft er al eens 's nachts naar de lucht gekeken? Ja, wij, wij. Wij ook. En wat kun je er 's nachts dan allemaal zien? De sterren en de maan. De sterren en de maan. Wilde jij dat ook zeggen? Ja. Echt waar? Ja. Ik zie niks 's nachts, want dan is het donker. Woezel, je ziet toch sterren en de maan? Ja, de maan wel, ja. Weet je wat ik altijd doe als ik de maan zie? Nee. Dan doe ik een wolf na, dat gaat zo: Awoeoeoeoeoeoeh!!! Ja, ja, heel goed, Woezel. Heel goed, Woezel, heel goed. Maar... Wat kan je dat goed. Maar overdag kun je ook een ster zien. De zon. De zon, juist ja. Echt? Ja, overdag zie je soms de maan, maar dat is geen ster. De zon is ook een ster. Dat klopt niet, he? Jawel. Nee, de zon is toch geen ster? Jawel. De zon is mega-groot. Die sterren zijn maar kleine puntjes. Ze lijken maar zo klein, omdat ze zo ver weg zijn. De hele ruimte is vol met sterren. Allemaal zonnen. Oh. Is de aarde ook een zon? Nee. Milo, wat is de aarde? Een planeet. Planeet, heel goed. Oh ja. Wat weet jij veel, zeg. Maar als sterren overal in het heelal zijn... zouden er dan ook nog meer planeten zoals de onze zijn? Ja. Echt? Denk je dat er een soort ruimte-tovertuin is? Met ruimte-Woezels en ruimte-Pip? Misschien is er ook wel een ruimte-Milo. Ja, of een ruimte-Anna. Hihi. Ja! Misschien wel, ja. Wijze vader, mogen we een keer naar die sterren toe? Dan heb je wel een hele snelle raket nodig, Woezel. Als ik later groot ben, ga ik zo'n raket bouwen om het heelal mee te onderzoeken. Jij mag mee, Woezel en Anna en Milo, ga jij dan ook mee? Maar dat duurt heel lang. Hoezo duurt het heel lang? Het is heel ver. Ja, daar heb je gelijk in. Superleuk! Ja, dan worden wij heelal-onderzoeker-wetenschappers. Dan zijn we ruimte-hondjes en ruimte-Anna. Dat vind ik een fantastisch idee. Zeg, als jullie nu snel een blaadje en wat tekenspullen pakken...dan kunnen jullie een mooie tekening maken van die snelle raket. Even kijken. Waar liggen de papiertjes ook alweer? Ik wil ook! Oh, wauw.