Op de politieacademie behandelt docent Edwin Bruinaars vandaag de term geweldsmonopolie.
Als ik geweldsmonopolie zeg, wat zeggen jullie dan?
Wij zijn de enige die geweld mogen gebruiken.
Wie is wij?
De politie.
Is dat zo? Zijn wij de enige in Nederland die geweld mogen gebruiken?
Defensie.
Defensie, ja dat klopt.
Marechaussee.
Wat betekent nou monopolie?
Ja volgens mij alleenrecht. Dus dat jij de enige bent die iets heeft of iets mag.
Ja inderdaad. Op de politieacademie leer je hoe je een politieagent wordt. We leren iemand aan te houden, omdat hij de wet heeft overtreden. Dan leer je eerst welke wet hij heeft overtreden en waarom dat verboden is. Vervolgens leer je wat mogen we dan. Mogen we hem aanhouden, mogen we hem opsluiten. Als je hem dan mag aanhouden, leer je hoe je hem dan mag aanhouden. Hoe pak je iemand beet, hoe neem ik hem mee. Dat soort dingen leer je op de politieacademie.
Wat we dadelijk gaan doen is een burenruzie in scene zetten. Waarbij de ene partij heeft een feestje overdag. Veroorzaken wat geluidsoverlast. De buurman heeft last van het feestje. Politie heeft dus het monopolie voor geweld. Maar wanneer gebruik je geweld als politieagent? Als politieagent gebruik ik geweld op het moment dat ik niks anders kan. Ik ga eerst proberen te vragen of mensen mee willen werken of dat ze naar me willen luisteren. Doen ze dat niet, ja dan ga ik geweld gebruiken. Geweld gebruiken kan heel krom zijn door te zeggen van nu wegwezen of ik kan daadwerkelijk iemand beetpakken, slaan of echt in het uiterste geval, als het echt niet anders kan, pepperspray of m'n pistool moeten gebruiken. Het wapen mag alleen gebruikt worden als er direct gevaar is voor personen of de nationale veiligheid. In de praktijklessen die we op school doen, werken we veel met acteurs, waar de studenten vooral leren keuzes te maken op welk moment ze wel geweld mogen gebruiken en op welke momenten niet. Waar ligt de grens van wanneer kan ik nog met iemand praten en al pratend naar een oplossing komen. Ik houd er wel degelijk rekening mee dat ik mijn eigen veiligheid op het spel zet, ik heb af en toe ook wel momenten gehad is het wel zo handig dat ik hier op dit moment ben. Maar ik weet dat ik getraind ben en hoe ik dan moet reageren, ik weet dat ik dus bijvoorbeeld mijn pepperspray mag gebruiken. En ik weet dat wat er ook maar gebeurt ik mezelf kan verdedigen.