Bovenaan de maatschappelijke ladder vind je mensen die veel geld verdienen en die een beroep hebben dat veel aanzien heeft. Als je verder naar beneden gaat, kom je beroepen tegen die minder goed betalen en die minder aanzien hebben. Je plek op de maatschappelijke ladder noemen we je sociale status. En die status wordt dus vooral bepaald door hoeveel je verdient en wat voor werk je doet. Onderaan de maatschappelijke ladder vind je mensen die weinig geld te besteden hebben. Zij hebben dus een lage sociale statusWelvaart in Nederland is ongelijk verdeeld. Dat is op zich geen slechte zaak, want verschil moet er zijn. Een dokter verdient meer dan een vakkenvuller bij de supermarkt. Maar in Nederland moet iedereen in ieder geval de kans krijgen om zo’n hoge positie te bereiken. Toch krijgen sommige mensen in onze samenleving meer kansen dan andere: - opleiding: hoe hoger je opleiding, hoe groter de kans de je hoog op de maatschappelijke ladder terecht komt.- geslacht: vrouwen krijgen soms minder betaald dan mannen die hetzelfde werk doen.- afkomst: allochtonen hebben minder kansen op de arbeidsmarkt dan autochtonen.- sociale klasse: kinderen van rijke ouders krijgen meer kansen dan kinderen uit lagere sociale klassen. Maar dat wil niet zeggen dat je niet op de maatschappelijke ladder kunt stijgen. Als je dat doet, en je dus je status verhoogt, dan heet dat sociale mobiliteit. “De huisarts, een kalende man van ergens in de veertig, glimlacht naar Kaders moeder en vraagt: ‘En, mevrouw Zeroual, alles goed met u?’De ouders van Hassan Bahara zijn allebei analfabeet. Maar Hassan zelf is schrijver. “Ik denk dat het een combinatie is gewoon van, dat klinkt heel arrogant, van talent en ambitie. Je moet het ook echt willen. Al die dagen die ik gewoon thuis heb doorgebracht , alleen maar in min boeken lezen, terwijl ik heel veel andere dingen had kunnen doen, dat is iets wat je ervoor moet over hebben. De omgeving moet er wel naar zijn. Ik bedoel, al je een heel negatieve omgeving hebt, waarin altijd het geloof is van, nou ja, dat is te hoog voor ons gegrepen, of dat zit er niet voor ons in, dan wordt het lastig”.