Tweehonderd jaar geleden was Nederland een republiek. Een land zonder koning. Er is wel een stadhouder. Hij is verre familie van onze koningin, dus ook een Oranje. Samen met andere belangrijke Nederlanders bestuurt hij de republiek.
Willem V is zo'n stadhouder. Hij woont in een mooi paleis en lijkt wel een koning. Eigenlijk voelt hij zich ook zo. Hij heeft best veel macht.
Het gaat niet zo goed met de Nederlanden in de tijd van stadhouder Willem V. Er is oorlog met Engeland. Engelse oorlogsschepen liggen voor de kust. Daarom durven Nederlandse handelsschepen de zee niet meer op. De handel ligt helemaal stil. En iedereen gaat dat merken.
Veel mensen beginnen te klagen en zij geven stadhouder Willem de schuld van alle ellende. Ze vinden dat hij de republiek slecht bestuurt. En het zijn al eeuwenlang dezelfde families die de macht hebben. Bovendien doet de stadhouder alsof hij koning is en het wordt tijd dat er iets aan wordt gedaan. Zij zijn ook belangrijk. waarom zouden zij geen stad mogen besturen?
Deze burgers noemen we Patriotten. Ze zijn ontevreden en dat laten ze weten ook! Ze maken spotprenten van de bestuurders. Ezels zijn het! Pamfletten en kranten worden gedrukt en verspreidt en iedereen praat erover.
In een van de pamfletten staat: "De stadhouder heeft de leiding over het leger, daarom hebben de burgers geen macht. Ze kunnen niks beginnen tegen Willem V. Hij kan doen wat hij wil."
Dit is geschreven door Johan Derk van der Capellen, maar hij durft zijn naam er niet onder te zetten. Johan is bang om opgepakt te worden. Hij wil wel dat iedereen het pamflet leest. Op de voorkant schrijft hij: "Aan het volk van Nederland" en 's nachts wordt het pamflet stiekem verspreid.
De Patriotten krijgen steeds meer steun. Ze leggen geld bij elkaar en kopen geweren en uniformen. Ze richten zo kleine legertjes op waarover de stadhouder geen macht heeft. dat noemen ze vrijkorpsen. In sommige steden grijpen de Patriotten de macht. Hier kunnen zij nu de besluiten nemen.
Willem V voelt zich niet veilig meer in Den Haag. Hij besluit om met zijn gezin te verhuizen. Ver weg van de Patriotten. Ze gaan in Nijmegen wonen. Daar is het veilig en Willem vindt het wel best zo: "Laat die Patriotten maar hun gang gaan".
Maar zijn vrouw prinses Wilhelmina van Pruisen legt zich er niet bij neer. Zij wil iets doen. Ze gaat op weg. Maar bij het dorpje Goejanverwellesluis wordt ze tegengehouden door een vrijkorps. Ze mag voorlopig niet verder.
Prinses Wilhelmina voelt zich vernederd. "Hoe durven die Patriotten!" Woedend keert ze terug naar Nijmegen. daar schrijft ze een brief aan haar broer, de koning van Pruisen in Duitsland. Ze vraagt hem om hulp. En die stuurt hij. Een leger van maar liefst 20.000 soldaten!
Daar kunnen de Patriotten niet tegenop. Ze moeten vluchten. Veel patriotten gaan naar Frankrijk. Den Haag is weer voor de stadhouder. De oranje vlag wappert. Het is weer net als vroeger.
Maar als jaren later Franse legers Nederland veroveren, keren de Patriotten terug. De stadhouder moet vluchten en de Patriotten zijn tevreden.