Dit is ook een wintergast, de kleine zwaan. Dit is een jonge. Hij is wat kleiner dan de knobbelzwaan die je misschien wel kent uit het park.
Behalve de grootte, zijn ook de snavels verschillend. De knobbelzwaan heeft een rood - oranje snavel met een zwarte knobbel erboven. De kleine zwaan heeft geen knobbel, de snavel is donker met een klein beetje geel. Het geel op de snavel is bij iedere kleine zwaan verschillend!
De knobbelzwaan is een standvogel, die blijft het hele jaar in Nederland. Hij maakt z'n nest in Nederland en brengt hier de jongen groot. De kleine zwaan nestelt in het noorden van Europa. Hij vliegt in oktober wel 5000 kilometer om hier te overwinteren.
Het eerste plekje waar ze naar toe gaan in Nederland is het Lauwersmeer, een groot meer in Friesland. De zwanen zijn dol op de knolletjes van fonteinkruid dat daar groeit. Nadat ze zich helemaal vol hebben gegeten gaan ze ook naar andere plekken. Daar eten ze vooral gras.
Overdag zitten de zwanen in het weiland om te eten. Slapen doen ze op een veiliger plek: tegen de avond vliegen ze naar het open water om daar te overnachten.