Weet jij wat voor een dier dit is? Goed zo, het is een zwaan. Een hele grote watervogel. Veel groter dan een eend. De zwaan heeft een grote oranje snavel. Er zit een klein zwart knobbeltje op. Daarom worden deze zwanen ook wel knobbelzwanen genoemd. Haar poten lijken wel flippers. Dat loopt niet zo gemakkelijk. Maar zwemmen gaat des te beter. Maar ze kunnen meer dan lopen en zwemmen. Ze hebben van die grote vleugels op hun rug. Kijk! Die zwaan spreidt haar vleugels, maar nog niet genoeg om weg te vliegen.
Zwanen zijn niet alleen groot, maar ook zwaar. Dus moeten ze veel kracht zetten voordat ze kunnen opstijgen. Zo ziet het er uit als een zwaan opstijgt. Ze flappert met haar grote vleugels en rent over het water. Sneller en sneller totdat ze eindelijk opstijgt. En zo ziet dat er uit in de vertraging. De zwaan slaat met haar grote vleugels op en neer en dan weer omhoog. Op dat moment drukt ze zich ook op uit het water met haar poten. Als ze haar vleugels naar beneden heeft spreidt ze die heel wijd. Zo gaat ze omhoog en sneller. En zo snel gaat dat in werkelijkheid. Een zwaan moet hard werken om te kunnen vliegen. Daarom vliegen zwanen meestal niet zo lang en ver. En als ze landen, gebruiken ze hun poten als rem.