Laura, dat duurt wel lang. Ja. Weet jij hoe laat die bus komt? Geen flauw idee. We moeten natuurlijk wel een beetje opschieten. Anders komen we te laat. Je hebt een vraag over vertrekken. Ja. Wat is dat? Hoe weten trekvogels dat ze moeten vertrekken. Dat gaan we uitzoeken. Ik zie er wel een paar in de verte. In wat voor gebied zijn we nu? Dit gebied heet de Westplaat. Het is een natuurgebied in het Haringvliet. Het is ingericht voor allerlei broedvogels eigenlijk. Laura, wat is je favoriete vogel? Ja, soms is het een zwaan. Die zijn heel mooi. Maar soms zijn het ook andere vogels. Dus je hebt elke keer een andere favoriet? Ja. Waarom? Ja, soms zie ik er een en dan zie ik de andere 'n tijdje niet. En dan is die andere weer leuker? Ja. Maar ook vooral koolmeesjes. Want die hebben we ook in onze tuin. Chiel, zitten hier nu ook trekvogels? Ja, er zitten hier ook aardig wat trekvogels. Met name hier op het water, daar zitten behoorlijk wat vogels... die bijvoorbeeld uit Afrika komen. Er lopen ook grutto's rond. Ik zie ook wat kluten lopen, die zijn wat witter. Die zitten daar. Die komen uit Afrika hier naartoe gevlogen om hier te broeden. En de ganzen die links zitten, dat zijn oorspronkelijk ook trekvogels. Die trekken normaal gesproken helemaal naar het noordpoolgebied. Naar deze hebben besloten dat ze net zo goed in Nederland kunnen blijven. Hoe weten ze in welk land ze zitten? Ze hebben geen idee in welk land ze precies zitten. Ze vinden het vooral belangrijk dat ze lekker eten hebben. Of er nou in Nederland gras te eten is of in Finland maakt niet uit. We zijn bezig met onderzoek, om te kijken hoe het nu komt... Dus we kijken in Rusland. Hoeveel nesten zijn daar? Hoeveel eieren leggen die ganzen? En dat doen we ook in Nederland. En we kijken of het aantal jongeren dat de ganzen voortbrengen in Nederland of in Rusland anders is. Als je daar kijkt, zie je hun kopjes. O ja. Er kijken er een paar boven het gras uit. Volgens mij hebben ze ons ook gezien. Jij valt ook wel een beetje op met je gele jas. Ja. Schrikken ze nu niet, nu wij hier in hun broedplaats komen? Ja, daar schrikken ze wel van. Daarom doen we het ook niet vaak. En ook niet met heel veel mensen. We doen het EEN keer in de zoveel tijd. En dan proberen we het altijd zo kort mogelijk te houden zodat we niet onnodig lang de ganzen storen. Hoe vind je het, dat je zo dicht bij het broedgebied kunt komen? Heel erg cool. Ja. Als je hier voor goed kijkt, dan zie je tussen het gras een klein kopje. Een klein wit hoofdje. Die zit op een nest. Als we daar heel rustig naartoe lopen... dan zal het vrouwtje langzaam van het nest afgaan. En dan zal ze een beetje richting die andere gans lopen misschien. Ja. Dit is nu een ganzennest. Zie je hoe ze dit helemaal mooi met dons hebben bekleed? Ja. Daar hebben ze twee redenen voor. Allereerst is het superzacht. Het houdt de warmte goed vast. Dan blijven de eieren mooi warm. En ten tweede haalt het vrouwtje alle veertjes van haar eigen borst, dat plukt ze een beetje uit. Dat kan ze haar blote borst op de eieren drukken om ze warm te houden. Hoeveel nesten liggen er op het hele veld? Tot nu toe heb ik ongeveer 40 nesten gevonden op dit veld. Zoveel? En wat doe jij dan, als je een nieuw nest ziet? Hoe ga jij dan te werk? Het eerste wat we doen is een stokje zetten met een nummer erop. Als jij die even in de grond zet, kunnen we daarna bij 't nest kijken. Welk nummer staat erop? NN2. Dan maak ik meteen een punt in de gps. En het staat dan nu in deze computer? Ja, hij staat nu hierop. En als ik dan straks thuiskom, laad ik het in op de computer. En dan kun je het ook op internet, op Google Maps of iets anders zien. Nou, kijk eens aan. Vijf eieren. Vijf eieren. En dan moeten we ze natuurlijk nummeren. Ja. Alsjeblieft. Het eerste ei moet nummer 1 krijgen. Wat we doen, is kijken van: Wat is het vieste ei? Hoe viezer het ei is, hoe ouder het is. Op basis daarvan bepalen we dan: Dit is het eerste ei geweest. Oke. Laura, wat denk je dat het eerste ei is? Ik denk deze. Dan mag je daar een 1 op schrijven. En wat is nummer 2? Ik denk die. Helemaal goed. Dat denk ik ook. Nou, gemarkeerd. Gemarkeerd. In de gps, de eieren genummerd. En netjes bedekken. Netjes bedekken. Dan schrijf ik nog even op in mijn boekje... dat we bij nest NN2, dat was het geloof ik... Ja. Vijf eieren. Laura, we weten dus eigenlijk nu de reden waarom ze hierheen komen. Maar wat wilde je weten? Hoe ze weten wanneer ze moeten vertrekken. Dit is een gps-zender. Die heeft een zonepaneeltje bovenop. Die gebruikt de energie van de zon om gegevens te meten en die ook weer te versturen. Op die manier weten we precies waar die vogel is en wat hij doet. Wat je hier kunt zien, dat zijn drie of vier verschillende ganzen. Die zijn de afgelopen week vertrokken, vanuit Friesland hier, helemaal naar Finland en Estland. We weten nu hoe het gps-systeem werkt. Maar hoe weet de vogel dat hij moet vertrekken? Het moment waarop ze vertrekken, hangt af van hoe lang het licht is. Je merkt vanzelf dat als het winter is, dan blijft het langer donker. En als het wat langer licht wordt, weet die vogel ook: Het wordt voorjaar. En dat in combinatie met dat het warmer wordt, dan weet zo'n vogel: Nu is het tijd om te vertrekken. Bedankt. Ja. Geen probleem. Ik hoop dat je het leuk vond. Zeker. Wanneer gaan wij vertrekken? Zullen we maar hier blijven? Dat vind ik een goed idee.