Terwijl alle uithoeken van de wereld door steeds meer Europeanen bereisd konden worden, kraakt Europa zelf duidelijk hoorbaar in zijn voegen. Sinds de Eerste Wereldoorlog was de balans zoek. Deze oorlog had vooral bij verliezer Duitsland diepe wonden geslagen waar populisten van probeerden te profiteren. En daar kwam de beurscrisis van 1929 nog eens overheen. In heel Europa heerste gebrek aan vertrouwen in de toekomst, niet alleen bij de miljoenen werklozen, maar ook bij de middenstanders. Veel schrijvers zagen het als hun plicht om partij te kiezen, om op onderzoek uit te gaan, of zelfs om strijd te leveren
Een van die schrijvers was A. den Doolaard. Den Doolaard, een pseudoniem dat de tijdgeest aardig samenvat. Hij voelde zich zwerver en wilde geen reiziger of toerist genoemd worden. ‘Een zwerver reist zelf, een reiziger wordt gereisd. Door reisverenigingen, door reisbureaus, door hotelportiers, door gidsen van allerlei slag….
Den Doolaard hield ervan te lopen, dagen achter elkaar, door alle uithoeken van Europa, maar het liefst op de Balkan. In een paar jaar tijd schreef hij romans als De druivenplukkers, De herberg met het hoefijzer en Orient-Express die lieten zien dat er een ander Europa bestond, waar geen plaats was voor gezapige kleinburgers.
‘Mijn hart was vol vreugde over het ontdekken van dit onbedorven volk, dat eigen honger niet acht om gastvrij te kunnen wezen. Vuil zijn ze, ja zeker, maar wat koop je voor de hygiënische hardvochtigheid van miljoenen westerlingen.’
Het waren spannende boeken, met spionage, politieke moorden, geheime missies, crimes passionels, en heftige conflicten tussen etnische groepen. Den Doolaard schreef met veel vaart en haarscherpe details, bijna als een journalist. Wie zijn boeken las besefte dat veel van wat hij beschreef door hem gezien was, of uit de eerste hand gehoord.
Den Doolaards vlotte en levenslustige schrijfstijl, wekte argwaan in deftige literaire kringen. Was dit wel literatuur? ‘Alles geurt naar brood, honing, kaas en uien’ merkte een criticus op, en dat was niet als compliment bedoeld. De lezers trokken zich er niets van aan. Van Den Doolaards boeken verscheen de ene herdruk na de andere. Zijn succes leverde hem ook een droombaan op voor het socialistische dagblad Het volk. Hij werd reizende reporter. Hij mocht rondzwerven door Europa, waar in die dagen de politieke onrust langzaam naar het kookpunt ging. Europa moest zich voorbereiden op het ergste. Italië was een dictatuur, Duitsland inmiddels ook, in Spanje woedde sinds 1936 een hevige burgeroorlog
‘De vredelievende burger, die vandaag met verschrikte ogen zijn belasting biljet bekijkt, zwaar van de opcenten, die omgesmolten zullen worden tot geweerlopen, betaald, zonder het diepe waarom van deze heffingen te begrijpen, de rekening van een slome onachtzaamheid van gisteren. En nog is het niet te laat.’
Den Doolaard liet zijn reportages in 1938 verschijnen in het boek Hakenkruis over Europa. Anders dan zijn andere boeken werd het nauwelijks verkocht. Terwijl Europa bezig was zich in een nieuwe oorlog te storten, keken de meeste Nederlanders weg…