Dit is Mulu, een natuurpark op Borneo in Indonesië.
De regen heeft de kalksteen een bijzondere vorm gegeven.
Op deze plek regent het heel vaak.
De regen lost niet alleen de kalksteen op,
maar spoelt ook alle voedingsstoffen in de bodem weg.
Daarom hebben sommige planten een uniek orgaan ontwikkeld om te overleven.
Ze halen niet alleen voedingsstoffen uit de bodem, maar ook ergens anders uit. Daarvoor groeien uit het uiteinde van de plant deze bekers. Die bekers zijn een val voor kleine beestjes.
Het wemelt van de termieten rond deze plant. In een termiet zit weinig voeding, maar ze leven en werken in kolonies. Een hele kolonie termieten levert wel genoeg voeding op.
Termieten eten meestal bladeren. Ze doen een halve dag over een blaadje. Het is hard werken voor ze.
De Nepenthes, zoals de plant heet, kent de eetlust van de termieten. Vandaar die witte band rond de opening. Dat is een makkelijker hapje voor de termieten dan die eeuwige blaadjes.
Termieten zijn 's nachts actief. En ze lopen het liefst rechtdoor. Ook als de voorste termieten in de problemen raken, marcheren de anderen de val in voordat het slechte nieuws naar achteren is doorgegeven.
De termieten blijven komen, en de plant maakt handig gebruik van hun instinct om door te lopen. In één nacht verdrinkt hij er zo honderden. Fijn voor de plant, niet zo fijn voor de termieten.