Peter van Dongen is striptekenaar. Hij bedenkt en tekent Rampokan Java en Rampokan Celébes. Rampokan is een historische avonturenstrip en speelt zich af in 1946.
De Nederlandse militairen zijn in Indonesië om orde op zaken te stellen. Het is een soort tijdsbeeld wat ik wil neerzetten en in dit geval gaat het over Nederlands Indië, vanaf '46 in Indonesië, Nederlands Indië.
Rampokan dat staat voor een ritueel, want het betekent "Groot Tijgergevecht". Dat ritueel werd gehouden door Javanen op Oost-Java eind 19de eeuw, begin 20ste eeuw. En het ritueel was, dat die tijgers werden gevangen en in kisten werden gezet op Arung, een groot plein, en daaromheen om die kist had je een hele haag met bewapende Javanen, met spiesen en lansen. En de bedoeling was van het ritueel dus dat de tijgers werden losgelaten en panters uit de kisten en dat ze zich uiteindelijk zichzelf spiesten op die lansen. En daarmee was het... de symboliek daarvan was, dat dus het kwaad werd bedwongen, dus de tijger, het ondier, werd gedood en waardoor dus de streek, het land, van elk kwaad, het onheil was gevrijwaard.
Zo kon ik mooi overspringen van gevechtsscènes, van het heden, van '46 uit mijn verhaal, dat je mooi een soort beeldrijm, een overstap maakt naar die Rampokan van 1900, dat je..., dat het.., dat het 2 verschillende verhaallijnen zijn die elkaar aanvullen, maar tegelijkertijd ook dus elk hun eigen weg gaan.
Dit is een scenario, zo zit..., zo begin ik dus eerst. Dit zijn de eerste ..., dit zijn de lay-out-schetsen van het verhaal, dus wat ik in mijn hoofd heb. Dat schrijf ik eerst op, een soort synopse, en dan zet ik het om in beelden, dus daar maak ik een scenario van.
Om mijn strip wat authentieker te laten lijken kan ik ook naar het archief gaan. Die sfeer die op je afkomt als je in zo'n archief zit, dan stapels vol met allemaal oude familiealbums, hoe ze gekleed waren en ook vooral straattaferelen, dat vind ik eigenlijk nog het belangrijkste, ook hoe die Indonesiërs, hoe die leefden, om dat... om alleen maar met het doel om wanneer je door het boek gaat, leest, dat je het idee hebt, dat het niet anders zo zijn kan geweest. Hè, dat je echt wordt meegesleept, gewoon alsof je daar zelf rond hebt gelopen, in ieder geval mijn oma heeft hier rondgelopen, mijn opa, mijn moeder.
Tegelijkertijd is het ook weer een kritisch verhaal naar de gebeurtenissen die militairen daar hebben dus, die militairen hebben aangericht. Dat wilde ik.., ik wilde daar een bepaalde balans in brengen. Zo, ik heb nu een stapel van 70 pagina's, in potlood voornamelijk allemaal. En die moeten nu allemaal geïnkt worden. Dus in Oost-Indische inkt. Het is ook een kwestie van toch gevoel leggen in die inktlijn.
Kijk: in principe is het een klare lijn, dus één lijntje, maar ik probeer toch door volume te geven aan zo'n arm bijvoorbeeld de rechterlijn van zo'n arm die in principe doe ik die gewoon wat dikker dan de linkerlijn. En het komt, omdat ik het idee heb van: het licht komt van links, dus de schaduwkant is de rechterkant, dus die maak ik dikker. En waar het licht op valt, op de linkerkant, die lijn maak ik dunner.
Uiteindelijk is dat gewoon de finishing touch, dus je moet.., je moet wel gewoon je kop d'rbij houden. Ik maak het toch gewoon in mijn kamer hier. Ik heb verder niks anders nodig dan pen, papier, potlood en inkt.