Kind: Hoe maak je een schilderij? Schilder: Ik kijk in de spiegel, ik heb hier een klein spiegeltje, daar kijk ik in, of ik maak een foto en ik doe het met de foto. Als ik in de spiegel kijk, ga ik eerst tekenen, dus ik teken mezelf. Als dat klaar is, dan ga ik het schilderen.
Met de foto: maak ik eerst een foto van iemand, daarna ga ik dat ook tekenen en daarna ga ik dat ook schilderen. En zo maak je een schilderij.
Kind: Wat voor verf gebruik je?
Schilder: Ik gebruik meestal olieverf en soms ook acrylverf. Olieverf, daar zit olie in. Kijk, dat is ook heel dik.En acrylverf, dat heb ik hier staan, daar zit water in, dat meng je met water en olieverf, dat meng je met olie. Maar ik heb soms ook wel eens dat ik ergens ben en geen verf heb, en dan wil ik toch iets doen.
Dit is ketchup en daar kun je ook mee schilderen.En je hebt nog meer dingen waar kleur in zit. Ik heb hier bijvoorbeeld schoensmeer. Daar zitten ook kleurtjes in net als in olieverf en acrylverf. Hier heb ik een flesje met koffie? Dus als ik helemaal niets bij me heb, kan ik toch altijd schilderen.
Kind: Waarom gebruik je die kleuren?
Schilder: Dat zal ik je laten zien aan de portretjes die ik hier gemaakt heb. Dit is een heel donker portret, dit is de schilder Rembrandt, toen hadden de schilders nog niet die mooie kleurtjes die ze nu hebben. Dit is de schilder Van Gogh en die gebruikte altijd hele mooie kleuren, hele felle kleuren en dat probeer ik dan ook.
Ik heb geleerd van die twee schilders, van de donkere schilder en van de lichte schilder, die heel veel kleurtjes gebruikte en dit zijn dan mijn kleurtjes.Kind: Waarom schilder je met van die streepjes?Schilder: Ik schilder met streepjes, omdat dat vanzelf gaat. Ik teken eerst altijd en gaat mijn hand vanzelf zo. Dat is net zoals jullie schrijven. De ene schrijft met krullen en de ander een beetje vierkant. Iedereen die schrijft weer anders en dat is met schilderen ook.