Dit zijn de heerlijke paprika's van kweker Danny van der Spek. Deze paprika's zijn bijna klaar om geoogst te worden. De teelt kan hier bijna gewoon het hele jaar doorgaan, omdat de paprika's in een kas geteeld worden. Het klimaat kun je dus helemaal naar je hand zetten. Nederland is goed in glastuinbouw, Ondanks ons koude kikker klimaat kunnen we het hele jaar door genieten van tomaten, komkommers, paprika's en allerlei andere zomergroenten. En omdat we het al zo lang doen, zijn we er ook heel goed in geworden. Vaak wordt er in zo'n kast maar één soort groente geteeld, en dan natuurlijk op grote schaal. Dat is effectief, maar dat brengt ook risico's met zich mee. Want wij zijn namelijk niet de enigen die dol zijn op paprika's. Buiten de kas leven allerlei ziektes, beestjes en schimmels die ook dol zijn op die paprika. Dat is niet erg, want die worden in de natuur zelf ook weer opgegeten. Maar als het verkeerde beestje hier in zijn eentje binnenwandelt en de kweker doet er niks aan, dan kan ie ongestoord zijn gang gaan. Want er zijn hier namelijk geen vijanden en volop voedsel. Dus dan heb je binnen de kortste keren een plaag. Een explosie van schadelijke beestjes. Zo'n plaag, brengt schade toe aan de planten. En als je daar niks tegen doet, dan is binnen no time je hele oogst naar de knoppen. Nou, vroeger zouden ze dan meteen beginnen met bestrijdingsmiddelen spuiten, maar tegenwoordig is daar iets veel slimmers en milieuvriendelijkers voor bedacht. Waarom brengen we geen natuurlijke vijanden de kas in? Dat zijn dieren die net als in de natuur, de plaagdieren het leven moeilijk maken. Nou, en dat werkt, want driekwart van alle glastuinbouwers spuit nauwelijks meer en maakt gebruik van natuurlijke vijanden. Om precies te weten welke beestjes er in welke aantallen in de kas voorkomen, wordt er uitgebreid gemonitord, in de gaten gehouden. En dat gebeurt bijvoorbeeld met dit soort kaartjes. Moet je kijken: er zitten allemaal beestjes op. Die beestjes die komen af op de kleur. Maar er zit ook een bepaalde kleefstof op, waardoor die beestjes erop blijven plakken. Met de speciale app kan de kweker vervolgens heel snel zien hoeveel beestjes er van welke soort op het kaartje zitten. Maar wat zijn voor tuinders nou de twee lastigste plaagdieren en welke vijanden worden daartegen ingezet? Daarvoor gaan wij naar het laboratorium. Hier in dit laboratorium in Berkel en Rodenrijs wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar plaagdieren en natuurlijk naar mogelijke natuurlijke vijanden. Hier kunnen we twee mooie voorbeelden laten zien van biologische bestrijding. Dit zijn spintmijten. Het lijkt misschien een onschuldig diertje, maar deze mijten en ook hun larven, de jonkies, die zuigen aan de jonge bladeren van planten om voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor krijgen de bladeren gele vlekjes en groeit de plant slecht en soms gaat de plant zelfs dood. Dit is de afdeling zieke planten. Vandaar dat dit hier ook helemaal afgeschermd is. Hier staan een paar mooie voorbeelden. Dat ziet er niet goed uit. De bladeren, die hangen helemaal slap. Je kan er bijna doorheen kijken en dat komt dus door die spintmijt. Als er echt veel spinmijten opzitten, dan komt er bijna een soort wit web over de hele plant heen te hangen, wat die plant echt bedekt. En dan krioelt het echt van de spintmijten. Daar gaat die plant gewoon dood. Je begrijpt, die teler wil die spintmijten echt niet in zijn kas hebben. Gelukkig hebben wij daar de roofmijt. De roofmijt is ongeveer even groot en een beetje bruinig. Hij is blind, maar hij kan wel supergoed ruiken. Hij ruikt waar een blad is aangevreten en kruipt ernaartoe. Ik heb hier een bakje met spintmijten. Dus wat we gaan doen: we gaan er gewoon eens even lekker wat van die roofmijten tussen gooien en kijken wat er gebeurt. Komt die daar nou zo'n spintmijt tegen, dan is die spintmijt de spreekwoordelijke Sjaak. De roofmijt die kruipt er namelijk op en zuigt hem helemaal leeg. En dat doet hij ook met de larven en de eitjes. Die roofmijt die plant zich razendsnel voort, dus die spintmijt is in een mum van tijd verdwenen. Maar hoe krijg je die roofmijten in een kas? Nou, die kun je gewoon kopen in dit flesje en daar is het een soort zaagsel waarin de roofmoorden zich kunnen verstoppen. Zodra dat zaagsel wordt verspreid, dan beginnen de roofmijten te lopen, op zoek naar spintmijt. Dit is een oude bekende. Deze komt ook gewoon in onze eigen achtertuin voor: de bladluis. Leeft van plantensappen, een plant zich razendsnel voort. Kijk, dit is wat bladluis met een plant doet. Moet je kijken. Die hele plant zit helemaal vol. Moet je kijken joh. Dit zijn echt enorme aantallen. Ik krijg er helemaal de kriebels van. Deze plant is binnen een paar dagen helemaal leeggezogen. Dit zijn de natuurlijke vijanden van bladluizen: sluipwespen. Die sluipwespen, die eten de bladluizen niet op, maar prikken er een gaatje in zodat ze daar hun eitjes in kunnen leggen. Die eitjes, die groeien vervolgens verder in de bladluis, totdat er een nieuw sluipwesp uitkomt. Daarna gaat het bladluis dood en blijft er alleen een lege huls achter. Dit zijn nog maar twee voorbeelden van natuurlijke vijanden. Die plaagdieren, die zitten natuurlijk ook niet stil. Regelmatig worden de nieuwe plaagdieren ontdekt, dus ze moeten ook blijven zoeken naar nieuwe natuurlijke vijanden.