Vroeger was er in een deel van Zuid-Holland, het Westland, al veel tuinbouw. Maar toen nog in de open lucht. Het Westland ligt dichtbij zee. Het is er gemiddeld warmer dan verder van de kust. Dat is gunstig voor de plantengroei. Door de glazen kassen kan er het hele jaar door, zelfs in de winter, groente en fruit verbouwd worden.
Een belangrijke concurrent voor het Westland is een tuinbouwgebied in het zuidoosten van Spanje. Bij de stad Almeria ligt een tuinbouwgebied dat veel groter is dan het Westland. Er is een aantal verschillen tussen het Spaanse kassengebied en het Nederlandse Westland. De Spaanse kassen zijn meestal gemaakt van kunststof dus niet zoals bij ons van glas. In Spanje is het een stuk warmer en schijnt de zon vaker. Spaanse telers gebruiken daarom geen verwarming en kunstlicht. Ze verbruiken daardoor veel minder energie dan de Nederlandse tuinders.
Een ander groot verschil zijn de arbeidskosten. Arbeid in Spanje is goedkoper. In Nederland is arbeid veel duurder. Het is hier daarom gunstiger om arbeiders te vervangen door machines. In Spanje is het droger dan in Nederland. De Spaanse kassen zijn er vooral om vocht vast te houden en gewassen te beschermen tegen te veel direct zonlicht.
Door de lage kosten voor arbeid en energie zijn de totale kosten voor Spaanse tuinders lager dan voor de Nederlandse tuinders. Spaanse producten zijn daardoor vaak goedkoper dan Nederlandse. Zelfs als daar nog eens transportkosten bijkomen. Dat geldt niet alleen voor tomaten, maar ook voor andere producten zoals komkommers, aubergines en paprika’s.