Biodiversiteit is cruciaal voor het voortbestaan van de aarde. Hoe groter de variatie in een ecosysteem, hoe sterker het is. Maar zeker 1 miljoen soorten staan nu op uitsterven. Het komt door de mens. Doordat wij niet duurzaam voedsel produceren, dat we te veel hout kappen, dat we te veel vissen. Een van die bedreigde soorten is de Cavendish-banaan, de banaan die wij allemaal eten. En is de banaan dan de nieuwe dodo? Dat vraag ik aan Liesje Mommer. Als klein meisje vond ze het leuk om in de tuin te werken. Daarna studeerde ze biologie en stond ze graag in het veld. Ze wilde namelijk de bodem onderzoeken, want juist onder de grond kun je veel leren over biodiversiteit, de basis van ons bestaan. Zonder biodiversiteit is er bijvoorbeeld geen gezond voedsel of schoon water. Vandaar dat ze hoogleraar aan de Wageningen Universiteit het verlies aan biodiversiteit wil stoppen. Liesje welkom. En hieruit blijkt eigenlijk al waar je hart ligt, namelijk daar. Maar waarom vind jij het zo belangrijk, de biodiversiteit? Nou, biodiversiteit is overal. Het is de variatie van al het leven op aarde. Dus het zijn de bloemen en de bijen en de vogels en de vissen. Maar het is ook het graan waar we het brood van bakken. En het zijn ook de bacteriën in onze darmen die dat brood verteren. Ja, waar zit hem dat dan in, in die bacteriën in je darmen? We hebben enorm veel bacteriën nodig om überhaupt dat brood te verteerd te krijgen. En het punt is biodiversiteit, dat zijn wij en wij kunnen als mensen niet leven zonder biodiversiteit en we zijn momenteel de biodiversiteit, nou ja, dat gaat met zo'n rap tempo achteruit dat we eigenlijk met elkaar aan een zijden draadje bungelen. Laten we even kijken hoe het dan gaat, want he we hoorden daarnet ook al, we staan er slecht voor. Zo kijk jij er ook tegenaan. En als we kijken naar het onderzoek wat daarover is gedaan, dan krijg je, dan zie je dit. Nou, hier zie je eigenlijk een tijdlijn hoe het met de biodiversiteit is gesteld. Nou we zijn nu hier. En momenteel zitten we op deze lijn met elkaar. En er is ook een groot panel van wetenschappers, internationale wetenschappers die hebben gezegd: wij gaan af op een doemscenario. Het gaat niet goed met de aarde en we hangen dus met elkaar aan één zijde draadje. Nu is het nog niet te laat. Wij hebben zelf als mensheid ook invloed op die biodiversiteit. Dus er zijn een aantal scenarios en er zijn hier twee afgebeeld. Eentje is dat we meer zorg gaan hebben voor de natuur, dat we zorgen dat we dat natuur veel beter gaan beschermen. Dus de koralen, de bossen. Dan kom je op dit scenario. Maar dan zie je dat wij niet de curve helemaal kunnen buigen. Dus wat er nodig is en dat is waar er ook over gesproken wordt. En dat kan door te zorgen voor beter natuurbehoud. Maar ook om te werken aan duurzamere productiesystemen en ook aan duurzamer gedrag van ons als consument. En wat heeft dat allemaal met de banaan te maken? Nou, de banaan is echt hét voorbeeld van een monocultuur, van een zeer genetisch arme soort. Want alle bananen die geteeld wordt op de hele wereld, van Indonesië tot Brazilië is allemaal precies hetzelfde genotype. En wat er dan gebeurt, dus als er dan een ziekte in komt, dan kan dat verspreiden over de hele wereld. En dat is precies wat er nu gebeurt. Er is een pandemie van de schimmelziekte. Nou, gelukkig hebben ze daar in een kas in Ede iets op bedacht en Elisabeth ging daar langs. Ja, je zou het niet zeggen als je in de supermarkt loopt en al die verschillende bananen ziet liggen, maar het is allemaal eén soort, de Cavendish. En die wordt wereldwijd geteisterd door schimmelziekten. Maar hier in Wageningen hebben ze daar iets op gevonden. Dag Gert. He Elisabeth, hai. Wat een mooie werkplek heb jij. Het lijkt wel alsof ik in de tropen ben. Lekker warm ook he. Dit is die Cavendish-banaan die wordt bedreigd door een schimmelziekte die we fusariumverwelkingsziekte of panamaziekte. En wat je hier ziet is deze bananenplant die staat in wat we een substraat noemen, dus een kokosvezel. Een vervangende bodem. Ja een vervangende bodem. En via deze slangetjes krijgt die plant voldoende water en voeding. Wat je hiermee voorkomt is die schimmelziekte. Hoe belangrijk is die biodiversiteit? Superbelangrijk. Banaan is echt het ultieme voorbeeld van een ouderwetse monocultuur. Kijk wereldwijd een en hetzelfde ras telen...is gewoon niet slim. Dat is vragen om problemen. En de enige manier om dat te doorbreken is genetische diversiteit. Dus je moet naar het nee, je moet naar de wilde bananen toe, naar het oorsprongsgebied waar banaanvandaan komt, dat is Zuid-Oost Azië. Hoe doe je dat eigenlijk, hoe creëer je soorten? Door kruisingen te maken. En hoe kruis je? Nou wat je letterlijk neemt, je neemt het stuifmeel van de ene plant en dat gebruik je om de bloem van de andere planten bevruchten. Waarom is dat niet eerder gedaan? Dit probleem speelt toch al veel langer? Het speelt absoluut langer. Maar voordat een probleem onderkend wordt als een groot probleem is het vaak te laat. Dat is hier ook zo ja. En hij probeert dus die monocultuur te doorbreken. Dat doe jij ook door middel van stroken teelt. Wat is dat? In Wageningen hebben mijn collega's een nieuw teeltsysteem bedacht waarin ze gewassen in stroken telen en wat ze daar dus doen. Dus er zijn drie rijen en die zijn drie meter breed. En als er dan als d'r dan een ziekte uitbreekt, dan kan die ziekte dus maar, nou ja, drie meter verderop. En het goeie nieuws is ook dat de natuurlijke vijanden alvast in dat gewas daarnaast vaak zitten te wachten. Bijvoorbeeld? Bijvoorbeeld de lieveheersbeestjes die dan op zoek gaan naar de luizen. Ja. Dus dan heb je twee vliegen in één klap. En heb je eigenlijk twee vliegen in één klap. En het klinkt mooi. Het klinkt ook logisch en tegelijkertijd denk ik ja, kijk voor een boer niet handig, want die heeft wel drie verschillende machines nodig om drie verschillende stroken te oogsten. Voor hen is natuurlijk heel bewerkelijk en niet aantrekkelijk. Of denk jij toch uiteindelijk wel? Nou, wat we aan doen zijn en dat vind k zelf heel erg spannend is, we zijn dat als onderzoekers hebben we dit bedacht en we zijn dit and uitvoeren samen met de boeren. Het is niet dat dat zij zijn de mensen die het beste weten hoe dat moet. En wat we, we zijn samen aan het leren en de boeren die dat al aan doen zijn op dit moment zijn heel enthousiast. Ja, waar zijn ze dan enthousiast over? De gewassen zien er goed uit, de oogsten die zijn best goed. En ja, het kost meer werk. Het is meer leren. Het telen is meer vakmanschap. Je hoeft niet alleen maar een veld met aardappels te doen, maar je hebt al die verschillende gewassen. Dus dat naar onze Nederlandse boeren, dat zijn vaklui he dus die kunnen dat. En ja, het is nog geen mainstream. De prikkel op dit moment is natuurlijk toch om zoveel mogelijk kilo's te produceren. Maar wat belangrijk is is dat we dus niet alleen maar als opbrengst de kilo's gaan hebben, maar dat we ook gaan meetellen. Nou ja, hoe doe je iets met de biodiversiteit? Hoe goed werk je met en natuur in plaats van ertegenin? En de spannende innovaties op dit moment zijn dat we dus aan het kijken zijn. Hoe kunnen we dus die ecologie, he kunnen we die natuur die biodiversiteit leidend laten zijn? En hoe kunnen we dus de techniek dat laten ondersteunen?