We zijn hier op de Waalsdorpervlakte. En tijdens de Tweede Wereldoorlog werd dit door de Duitsers gebruikt als een fusilladeplaats om leden van het verzet te executeren. Er zijn hier tussen de 250 en 280 verzetsstrijders geëxecuteerd tijdens de Tweede Wereldoorlog en hier ontstaat eigenlijk één van de eerste dodenherdenkingen in Nederland. Ieder jaar staan we er weer 2 minuten bij stil. De dodenherdenking. Hoe is die ontstaan en wie herdenken we nu eigenlijk? Nu kennen wij natuurlijk de herdenking op de Dam. Die wordt op de NPO uitgezonden, maar tot eind jaren tachtig was het ook de herdenking op de Waalsdorpervlakte die op televisie te zien was en voor veel oudere mensen daarom ook echt de dodenherdenking is in Nederland. Het was natuurlijk echt een hele logische plek waar echt het verdriet ook echt gevoeld werd en waar veel mensen naartoe kwamen. En dat was traditioneel, ging dat gepaard met een stille tocht. Liepen hier tienduizenden mensen naartoe, liepen hierlangs en dat werd erg en eigenlijk ook op veel plekken in Nederland herhaald en op andere plaatsen die verbonden waren met de Tweede Wereldoorlog. Ja, het voelt echt wel als een bijzondere plek Als je hier staat en je hoort de wind ruisen en je ziet kruizen. En ja je leest die tekst, dan voel je wel dat hier ernstige dingen zijn gebeurd. Niet alleen op de Waalsdorpervlakte maar ook op andere oorlogsplaatsen worden herdenkingen georganiseerd. De eerste landelijke herdenking wordt gehouden op 31 augustus 1945. De verjaardag van Koningin Wilhelmina. En dat wordt gedaan door een bevrijdingsspel te organiseren in het Olympisch Stadion in Amsterdam. En daar worden eigenlijk allerlei scènes van de bevrijding nagespeeld. En dat, ja, dat wordt wel eens genoemd als de eerste herdenking. Of de eerste bevrijdingsviering. Maar Wilhelmina wilde dat niet aan haar verjaardag verbonden laten zijn. En dan besluit de regering om op 5 mei voortaan Bevrijdingsdag te vieren. En dan ontstaat er ook georganiseerd eigenlijk vrij spontaan door leden van het verzet de eerste dodenherdenking aan de vooravond daarvan. Op onze dodengedenkdag, elf jaar na de bevrijding is het Nationale Monument voor de gevallenen op de Dam in Amsterdam in tegenwoordigheid van duizenden mensen, onthuld door Hare Majesteit de Koningin. Stuk voort stuk werden de beelden zichtbaar vervaardigd door de beeldhouwer Jan Rekeker die de voltooiing van dit werk, dat hij in samenwerking met de architect Oud verrichtte, niet meer heeft mogen zien. Die nationale herdenking, die wordt voor het eerst openbaar. Daar kan iedereen bij aanwezig zijn. Het is gewoon midden in de stad Amsterdam. In de eerste jaren na de oorlog was de dodenherdenking. Dat werd niet met zoveel woorden gezegd, maar het was vooral een militaristische herdenking. Dus in die eerste jaren worden de Joden helemaal niet herdacht? Nee, dat is heel gek als je het bekijkt met het oogpunt van vandaag de dag. Op die dodenherdenkingen stond echt een soort van de herinnering aan het verzet centraal. Dat was een soort van positieve identificatie die nodig was in tijden van wederopbouw. En we herdachten de mensen die strijd hadden geleverd tegen die barbaarse Duitsers. En die vervolgingsslachtoffers die lijken daar niet helemaal in te passen. En eigenlijk pas in de jaren zestig, als er in de hele eigenlijk in de hele wereld meer aandacht komt voor de Jodenvervolging onder andere door het Eichmann proces, maar ook door het dagboek van Anne Frank. Nou ja, dan komt er ook in Nederland de gedachte meer vooraan te staan van dat er eigenlijk ontzettend veel Joden vermoord zijn. Dan is die verzetsmythe ook niet meer in stand te houden. Want als iedereen in het verzet heeft gezeten wie heeft dan al die Joden vermoord? En dan zie je eigenlijk tegelijk ook op die herdenkingen dat er voor het eerst ook echt concreet stil wordt gestaan bij de Jodenvervolging. En dat duurt heel erg lang. Ja, dat duurt heel erg lang. Al heel snel zie je dat er onder groepen veteranen die in Indonesië gevochten hebben en later in Korea dat die eigenlijk zeggen wij willen ook herdacht worden als militaire slachtoffers of de gesneuvelden die daar gevallen zijn. En uiteindelijk wordt, wordt de herdenking in 1961 ook uitgebreid met Ja de soldaten die in Indonesië en Korea zijn gesneuveld. Maar pas daarna krijgen die herdenkingen een ander karakter en is er aandacht voor Joden en later ook andere vervolgingsslachtoffers. Deze lamentabele gang van zaken - De televisieserie De Bezetting zorgt in de jaren zestig voor nationale opschudding. Presentator Loe de Jong confronteert Nederland met de omvang van de Jodenvervolging. Er rijden treinen naar Auschwitz. Transport na transport week na week treinen met uit ons land 60.000 joden. Eigenlijk zie je als je naar die geschiedenis van die dodenherdenking kijkt, dat dat steeds wordt uitgebreid met slachtoffergroepen. Dus eerst is er terecht aandacht voor de holocaust, voor de Joodse slachtoffers. En dan zie je ook bijvoorbeeld dat Sinti en Roma dwangarbeiders mensen die in de hongerwinter zijn omgekomen. En in de jaren zeventig zie je ook dat die dat er een soort roep ontstaat om die dodenherdenking veel breder te trekken. Ook bij de 25e herdenking van de doden uit de Tweede Wereldoorlog gingen koningin Juliana en prins Bernhard het Nederlandse volk voor. Zij plaatsten als eersten een krans bij het Nationaal Monument. Twee jongemannen die de nagedachtenis wilden eren van de in concentratiekampen omgekomen homofielen werden op buitengewoon hardhandige manier uit de buurt van het monument verwijderd. Bij de gemeentelijke herdenking diezelfde avond hebben ze de krans echter alsnog bij het monument kunnen plaatsen. Er wordt van alles bij gehaald en daar is ook van begin af aan leidt die dodenherdenking dan ook tot kritiek want dan gaan er ook stemmen op van ja, als we alles gaan herdenken dan. Dan lijkt het net of een oorlog een soort natuurramp is geweest die iedereen in gelijke mate treft. In de jaren tachtig wordt daarom ook het Nationaal Comité 4 en 5 mei opgericht en dan wordt de dodenherdenking eigenlijk gecentraliseerd. Ook vanuit die gedachte de angst dat we dat we niet meer dat het niet meer logisch is om de Tweede Wereldoorlog te herdenken. Eigenlijk wat al van begin af aan een thema is. Bij die bij de herdenking mogen er ook Duitse gasten bij aanwezig zijn. Het plan om dit jaar ook tien Duitse soldaten te herdenken in Vorden viel slecht bij Joodse organisaties. Joodse organisatie Tov is zo boos dat er een reclame vliegtuigje is ingehuurd met een tekst die niets te raden overlaat. De rechter besloot dat de herdenking door mocht gaan maar de burgemeester mag niet langs die Duitse graven lopen. Maar inmiddels is er in talloze plekken in Nederland wordt bij die lokale herdenkingen al lang Duitse burgemeesters of andere afgevaardigden uit Duitsland uitgenodigd. Lokaal wel, nationaal niet. Ja bij de Bevrijdingsdag is er ook wel eens een Duitse ambassadeur expliciet uitgenodigd, maar op de Dam nog niet. Tijdens de Nationale Herdenking herdenken we allen burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord. Zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.