Tijdens de Tweede Wereldoorlog komt een klein deel van de Nederlanders in verzet tegen de nazi's. Onder hen ook Joden. Sterker nog, in vergelijking met niet-Joden is het aandeel van Joden in het verzet groot. En dat terwijl ze geen kant op kunnen. Ze zitten in knokploegen, vervalsen documenten en reizen af naar Engeland om mee te vechten met de geallieerden. En ze proberen op allerlei manieren te ontkomen aan deportatie en andere Joden te helpen. Dat gebeurt bijvoorbeeld hier in Amsterdam, bij de Hollandsche Schouwburg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog een deportatieplaats. De kinderen moeten gescheiden van hun ouders de deportatie afwachten aan de overkant in de crèche, op de plek van het blauwe gebouw. Henriette Pimentel, de directrice van de crèche en Walter Süskind, hoofd van de schouwburg, bedenken een plan om kinderen uit de crèche te redden. Ze werken hierbij samen met niet-Joodse verzetsgroepen. En dat ging zo. De Joodse kinderverzorgsters uit de crèche lopen naar de overkant om toestemming te vragen aan de ouders in de Hollandsche Schouwburg. En daarna worden de kinderen weggesmokkeld. En dat gebeurt onder andere via dit gebouw. De Hervormde Kweekschool. De tuin van de Hervormde Kweekschool die grensde aan die van de crèche. Achter deze muur. En het was op deze plek door Joodse kinderverzorgsters die kinderen overgaven aan niet-Joodse verzetsleden. En de verzetsleden liepen met de kinderen door deze gang zo naar buiten. En dan stond hier de conciërge of de directeur van de school op de uitkijk om te kijken of de kust veilig was. En als aan de overkant de bewaker van de Hollandsche Schouwburg niet oplette of op het moment dat de tram door de straat reed en dekking gaf, konden ze zo naar buiten ontsnappen. In totaal zijn zo'n 600 kinderen uit de crèche gered en ondergebracht op onderduikplekken. Maar ook uit de Hollandsche Schouwburg zijn honderden, misschien wel duizenden mensen door Joodsche Raad medewerkers gered van deportatie. Met gevaar voor eigen leven.