Dit gebouw is tijdens de Tweede Wereldoorlog het hoofdkwartier van de Joodse Raad. Deze raad, bestaande uit een afvaardiging van Joodse burgers, wordt in 1941 opgericht op bevel van de nazi's. Vanuit Amsterdam geeft de Joodse Raad leiding aan provinciale afdelingen. Zo zijn er ook Joodse raden in Enschede en Rotterdam. De Joodsche Raad heeft als taak om het Joodse leven in Nederland te organiseren en wordt gedwongen om de anti-Joodse maatregelen van de bezetter bekend te maken en door te voeren binnen de eigen gemeenschap. Eigenlijk dus het vuile werk van de nazi's op te knappen. Maar de leiders van de Joodse Raad hopen door mee te werken de Joden in Nederland te kunnen beschermen. Via het Joods Weekblad moet de raad de anti-Joodse maatregelen bekend maken, zoals het verplicht dragen van de gele Jodenster en het verbod op reizen. Ook Joodse ziekenzorg, cultuur en onderwijs moet de Joodse Raad organiseren. Wanneer Joden van openbare zorg, cultuur en onderwijs worden uitgesloten. Maar daar blijft het niet bij. In de zomer van 1942 delen de nazi's de Joodse Raad mee dat ze overgaan tot het deporteren van de Joden in Nederland. Van het vervoeren van de bagage tot de administratie en het regelen van levensmiddelen. De Joodse Raad krijgt de taak de deportatie van hun eigen gemeenschap te organiseren. Ze krijgt de leiding over de Hollandsche Schouwburg, de verzamelplek voor Joden in Amsterdam. Alle Joodsche Raad medewerkers die moeten helpen bij de deportaties, dragen zo'n band om hun arm. Van de leidinggevenden tot de artsen tot de fietskoeriers. En ze krijgen een sperre en daarmee zijn ze vrijgesteld van deportatie. Voorlopig. In september 1943 zit volgens de bezetter de taak erop. Alle Joodsche Raad leden worden gedeporteerd naar concentratiekampen en daarmee houdt de Joodsche Raad op te bestaan. Na de Tweede Wereldoorlog is er veel kritiek op de Joodsche Raad. Ze zou hebben meegewerkt aan de Jodenvervolging. Maar zo zwart wit is het niet. Er zijn ook Joodsche Raad medewerkers die op allerlei manieren mensen hebben geprobeerd te redden van deportatie. Zo hebben ze uit de Hollandsche Schouwburg honderden tot duizenden mensen geholpen te ontsnappen. En in Enschede zijn het de bestuursleden van de Joodsche Raad die zich actief hebben ingezet om zo veel mogelijk Joden te helpen onderduiken. Denk je eens in. Te midden van al die angst en onzekerheid: hadden ze een andere keuze?