40.000 geleden was er in Europa een ijstijd. Het was koud en droog. En Nederland zag er totaal anders uit. De hele Noordzee bijvoorbeeld was er niet. In plaats daarvan was er een grote grassteppe, helemaal tot Engeland, vol grassen, struiken en rivieren. Er liepen enorme zoogdieren rond, zoals mammoeten, wolharige neushoorns, reuzenherten, maar ook roofdieren zoals sabeltandtijgers en grottenleeuwen.
Remie. Vaak worden die botten dus ook hier gevonden? Ja, in de Noordzee. Wat voor botten zijn dat dan? Die worden opgevist door vissers in hun netten en aan land gebracht. Dat zijn de grote botten. Dijbenen, scheenbenen, bekkens. Maar de kleine stukken, vind je juist hier aan het strand! Kiezen bijvoorbeeld. Dit is een kies van een wolharige neushoorn. Dit kan je hier vinden. In Hoek van Holland vind je ze, maar ook op de Maasvlakte, met wat geluk en oefening.
Dit is heel bijzonder. Dit is een kiesje, het allereerste melkkiesje van een babymammoet. Dit is ook hier gevonden op het strand. Ik zie het voor me, kuddes mammoeten in de verte, lopend en grazend over de vlakte. Prachtig. Geweldig.
Zo. Deze zijn echt gigantisch. Uit de Noordzee? Uit de Noordzee. En is dit dan een mammoetbot? Nee, dit is een dijbeen van een wolharige neushoorn. Maar dit is het dijbeen van een mammoet. Deze is van een mammoet? Ja. O! Over zware botten gesproken, dit is er één. Je zou denken dat hij kapot is. Maar dat is het interessante aan deze botten. Toen het dier doodgegaan is, hebben hyena's die stukken eruit gekauwd. Je kan de tandsporen van de hyena's nog zien. De tanden van deze hyenaschedel passen precies in de bijtsporen. Dat bedenk je niet! Bizar, hè!
En deze is heel zeldzaam. Deze is 28.000 jaar oud en gevonden in de Noordzee. Het is de onderkaak van een sabeltandtijger. Fascinerend toch?