De waterspin leeft in Nederlandse sloten. Het is onze enige spin, die in het water leeft.
Als ze duikt neemt ,ze lucht mee tussen de haren van haar lichaam mee. Haar achterlijf lijkt daardoor wel van zilver. Af en toe steekt ze het achterlijf even boven water om verse lucht te halen.
Een waterspin leeft van prooidieren, die ze onder water vangt. Dat kan, zoals hier, een rode muggenlarve zijn. Net als alle spinnen spuit ze vertering sap in haar prooi. Die wordt daardoor verlamd en lost van binnen op tot een papje.
Voordat ze dat papje op kan zuigen moet ze eerst een duikerklok maken. Ze spint dunne draden die uit spinklieren aan haar achterlijf komen. Deze draden maakt ze vast aan waterplanten. De duikerklok is klaar.
Nu vult de spin de klok met lucht. Die lucht haalt ze boven water en neemt die lucht mee aan de haren van het achterlijf. De klok rekt steeds verder uit als er meer lucht in komt. Als de ruimte zo groot is dat de spin er helemaal in kan, stopt ze met het bijvullen.